Goedemorgen allemaal,

Ik ben verheugd om op deze zaterdagmorgen opnieuw in uw midden te zijn en met u het 1 mei-congres van het Mouvement Réformateur te openen.

Ook dit jaar moesten we creatief zijn om onze afspraak te kunnen laten doorgaan.

Omdat we vasthouden aan onze liberale eerste mei.

Maar de strijd tegen covid-19 is nog niet voorbij en we moeten voorzichtig blijven.

Ik verheug me er in ieder geval op om u allen – militanten, sympathisanten, verkozen liberalen – weer te zien en het genoegen te ervaren weer samen te zijn.

We missen jullie allemaal. Ik mis jullie allemaal.

Maar ik weet zeker dat we elkaar snel weer zullen zien.

***

U weet het misschien niet, maar we vieren al meer dan 30 jaar de “Dag van de Arbeid”.

Het is onze manier om de mensen eraan te herinneren dat de MR altijd aan de kant zal staan van :

– Zij die werken of willen werken;

– Zij die gewerkt hebben en nu van een welverdiende rust genieten.

– Maar ook zij die zullen gaan werken – onze studenten;

Liberalen zijn zeer gehecht aan “Werk” omdat wij weten dat het een vector is van sociale en economische emancipatie en dus een vector van vrijheid.

Ver van de bekrompen visie van sommigen, weten wij dat het ook een bron van persoonlijke voldoening kan zijn.

We kennen allemaal zelfstandigen – handelaars – werknemers – ambtenaren – ondernemers die met enthousiasme over hun “beroep” spreken – zelfs met “passie”.

Zij hebben in hun werk een dagelijkse drijfveer gevonden – een bron van motivatie, van geluk – en een manier om bij te dragen aan de maatschappij en tegelijk in hun eigen behoeften te voorzien.

Ook dat is wat we elke eerste mei vieren.

***

Ieder van jullie, ieder van ons bevindt zich op een ander punt in zijn professionele loopbaan.

En toch zijn we allemaal, op de een of andere manier, getroffen door de gezondheidscrisis.

Ik denk in de eerste plaats aan wie z’n job is kwijtgeraakt.

Ik denk ook aan zij die hun werk hebben moeten staken, terwijl we hen, hun sector, in ons dagelijks leven juist zo hard nodig hebben.

Met het virus verspreidt zich ook de sociaaleconomische nood en daarom hebben wij – zeer snel en vanaf het begin van de pandemie – hulp- en steunmaatregelen geactiveerd.

In totaal heeft de federale regering in de loop van de crisis 25 miljard euro steun verleend om de gevolgen op te vangen.

Deze hulp mag morgen niet stoppen, want ook de sectoren die aan het herstellen zijn moeten worden gesteund, om de terugslag van de crisis te voorkomen.

Dit is de betekenis van het laatste federale steunpakket met maatregelen dat wij zopas hebben goedgekeurd met het oog op de heropening van de terrassen en dat onder meer het BTW-tarief van 6% in de HoReCa en het behoud van het dubbel overbruggingsrecht omvat.

De liberalen hebben deze twee voorstellen krachtig gesteund, in het bijzonder onze minister, David Clarinval.

Op die manier behouden we het vangnet dat we hebben opgebouwd met de deelstaten – onder leiding van onze vrienden Willy Borsus en Pierre-Yves Jeholet, samen met de andere liberale ministers – en ook – zeker ook – met de lokale overheden.

Iedereen heeft – op zijn of haar eigen niveau – gewerkt aan oplossingen voor de crisis.

Ik herinner het beeld van een heel land dat sterk gemobiliseerd was, dat meewerkte, dat solidair was.

En om eerlijk te zijn – ik had graag gezien dat ook alle sociale partners dezelfde bereidheid tot samenwerken hadden getoond tijdens de onderhandelingen over het interprofessioneel akkoord.

Ook veroordeel ik de onverantwoordelijkheid van zij die – in plaats van de dialoog te ondersteunen en een oplossing te zoeken – er de voorkeur aan geven de kaart van de oorlog te trekken, zelfs als dat betekent dat er een einde komt aan de sociale vrede. Toch moet ons land en moeten de Belgen meer dan ooit verenigd blijven.

***

Sommigen van ons zijn niet gestopt met werken, maar werden gedwongen om het op afstand te doen.

Telewerk – vroeger vrijwillig en ad hoc – is nu gedwongen en permanent.

Dit is uiteindelijk een psychologische en sociale last voor velen.

Er zijn ook werknemers die naar hun werkplek blijven gaan omdat hun functie dat vereist.

Terwijl sommigen dit als een kans ervaren, hebben anderen een zwaardere werklast gekregen, terwijl ze soms ook bang waren voor besmetting.

In feite hebben deze verschillende situaties één ding gemeen: ze laten zien dat welzijn op het werk een prioriteit is voor de komende jaren, naast het scheppen en behouden van banen.

Meer en meer van ons zullen het juiste evenwicht willen vinden tussen onze verschillende levenssferen; tussen ons professionele leven en ons privéleven.

Dit is een goede zaak!

Daarom moeten we een flexibelere, modernere omgang met werken overwegen – een manier van kijken naar werken die meer in overeenstemming is met wat we echt willen, en die ons ook tijd geeft voor opleiding.

Ik voeg daar nog aan toe dat deze veranderingen ook moeten leiden tot legitieme en langverwachte verbeteringen wat de gelijkheid van mannen en vrouwen op de werkplek betreft.

Wij willen aanzienlijke vooruitgang boeken op vlak van de loonkloof, de toegang tot de arbeidsmarkt, de toegang tot voltijds werk en het glazen plafond.

***

Beste vrienden,

We vechten nu al een jaar krachtig tegen de epidemie. We kunnen moedeloos worden. Onze veekracht kan eronder lijden.

De geestelijke gezondheid van de Belgen lijdt eronder en dat is een echte zorg.

Het is nu van essentieel belang dat wij ons leven geleidelijk weer kunnen hervatten, “ondanks het virus”.

Met grote voorzichtigheid, natuurlijk. Maar zeker met vastberadenheid.

De weg naar de vrijheid hervatten is voor sommigen ook een manier om weer hoop te krijgen; om weer zin te krijgen om voor anderen te vechten.

De MR heeft dit begrepen en daarom hebben we aangedrongen op een andere aanpak van de crisis.

Het is een verandering van aanpak die beter rekening houdt met de verwachtingen van de bevolking, met hun geestelijke gezondheid – en die het Parlement meer betrekt bij het besluitvormingsproces.

Het is een verandering die erop gericht is de maatregelen zo af te stemmen dat wij niet langer hele groepen van onze samenleving tegen elkaar uitspelen.

Op dat vlak zijn de proefevenementen die we hebben gevraagd ook een deel van de oplossing.

Niet alleen zullen die het herstel voorbereiden, maar vooral – en ik benadruk – vooral moeten ze ons toelaten onze kennis en onze protocollen zodanig te verfijnen dat een radicale sluiting van een hele sector niet meer nodig is, zelfs niet als de epidemie weer zou opflakkeren.

***

Er is nog een ander onderwerp waar ik het vandaag kort over wil hebben: de “long covid” patiënten.

Dit fenomeen is nog weinig bekend, behalve bij wie er elke dag mee moet leven als een pijnlijke herinnering aan de beproeving die hij of zij heeft meegemaakt.

Ik sta volledig achter de resolutie die in de Commissie Gezondheid in het Parlement is goedgekeurd, met de bijdrage van de MR.

Wij moeten deze kwestie ter harte nemen om deze steun concreet gestalte te geven, want het gaat hier om vrouwen en mannen die dagelijks lijden en van wie sommigen zelfs niet meer aan het werk kunnen.

***

Tot slot een woordje voor onze toekomstige werknemers, onze jongeren, voor wie het schooljaar of het academiejaar binnenkort voorbij zal zijn.

Ik weet dat velen van jullie kijken.

Jullie zullen jullie tweede academiejaar afronden in crisistijd. Ook jullie hebben het lastig gehad, ondanks de inspanningen van jullie leraren.

Het is zeker niet gemakkelijk om in deze omstandigheden nog motivatie te vinden.

Vergeet niet dat jullie trots mogen zijn op jezelf. Trots op wat jullie het afgelopen jaar hebben bereikt.

Maak gebruik van dit potentieel – en van de belofte van een vrijere zomer – om op een positieve manier aan dit laatste traject te beginnen, waarvoor ik jullie van harte het allerbeste wens.

***

Beste vrienden;

Het is een zeer compleet en interessant programma dat het MR team vandaag voor u heeft samengesteld. Ik hoop dat u ervan geniet.

Ik wens u een hele fijne eerste mei. Blijf zorgen voor uzelf en voor elkaar.

Vanop afstand omhels ik u.