* Vrije vertaling *

 

Twintig jaar na de aanslagen van 11 september en een bijna even lange interventie in Afghanistan die resulteerde in de machtsovername door de Taliban, kunnen de Westerse landen enkel nog trachten hun onderdanen die er nog aanwezig zijn, te exfiltreren. Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) blikt terug op deze gebeurtenissen.

Is de wereld volgens u vandaag gevaarlijker of minder gevaarlijk dan twintig jaar geleden?

We zien vandaag wat we twintig jaar geleden al zagen. 11 september heeft ons doen beseffen hoezeer het internationale terrorisme het hart van onze democratieën kan treffen. Er werd onmiddellijk gereageerd op deze aanval (met de interventie in Afghanistan, nvdr). Maar hoewel Al-Qaeda werd verslagen en het toenmalige regime werd omvergeworpen, heeft de veiligheidssituatie in de wereld nog steeds een impact op onze landen. De dreiging wordt steeds diffuser maar is wel extreem aanwezig. We hebben dit gezien met de aanslagen in Frankrijk, in België, in heel Europa.

Bedoelt u dat we deze dreiging vandaag beter vatten dan twintig jaar geleden?

Ik denk dat de aanslagen van 11 september en de andere die daarop volgden ons hebben gedwongen deze dreiging onder ogen te zien, haar als een reële dreiging te zien, en ze daarom het hoofd te bieden. In België hebben we het OCAD (Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse) ontwikkeld, de inlichtingendiensten, investeringen gedaan in veiligheid… Zonder uit het oog te verliezen dat, hoewel we het hebben over terreurdaden, er ook andere soorten acties mogelijk zijn, denk maar aan hybride bedreigingen of alles wat op het internet gebeurt. Wij zijn ons bewust geworden van onze kwetsbaarheid en de mogelijkheid van een aanval op onze grondgebieden.

Welke lessen trekt u uit de inzet in Afghanistan? Moeten de Europeanen stoppen met het achterna lopen van de Amerikanen?

We hebben hiervoor naar een analyse op het niveau van de Europese Unie gevraagd. Ik denk dat dit ook op NAVO-niveau moet gebeuren. De eerste les die wij moeten trekken betreft de evacuatie van onze onderdanen en van de mensen die onder onze bescherming staan. En hier moet ik er toch op wijzen dat het werk nog niet af is. Ik heb op Europees niveau gepleit voor Europese coördinatie om de evacuatie te voltooien.

Hoeveel mensen zijn daar nog die onder Belgische verantwoordelijkheid vallen?

Op dit moment (donderdagnamiddag, nvdr) zijn er 480 mensen, van wie iets minder dan 200 Belg of kernfamilie zijn. Dit is enorm. Sommige van de mensen die we hadden geïdentificeerd zijn niet kunnen vertrekken, maar meer dan 300 mensen hebben zich na de evacuatieoperatie gemeld. Het doel is nu om deze opdracht af te maken.

Wat doet u concreet?

De mensen krijgen uiteraard consulaire bijstand. En we laten hen weten dat we proberen hun terugkeer onder de beste omstandigheden te organiseren. Daarom heb ik om Europese steun gevraagd. De luchthaven van Kabul zou opnieuw commerciële vluchten kunnen uitvoeren. Dit zou uiteraard een mogelijke uitweg zijn, in plaats van over land, de enige uitweg die momenteel bestaat en die zeer gevaarlijk is.

Als de mensen met het vliegtuig vertrekken, kunnen de Taliban de personen die aan boord willen gaan gemakkelijk screenen en al degenen met de Afghaanse nationaliteit tegenhouden.

De Taliban hebben zich er mondeling toe verbonden alle mensen met de juiste documenten door te laten, ook Afghanen met een buitenlandse verblijfsvergunning. Maar ik ben van mening dat een regime alleen kan worden beoordeeld op zijn daden en niet op zijn woorden.

Welke andere lessen trekt u uit het engagement in Afghanistan, los van de kwestie van de evacuaties?

Ik denk dat iedereen op zijn minst heeft begrepen dat interventies door derde landen niet beperkt kunnen blijven tot een militaire aanpak. Wij moeten aan nation building doen, zodat de locals zich het beleid kunnen eigen maken, vooral het sociaal beleid, zoals wij het willen zien. Naar mijn mening is hier nog veel werk. Het is van fundamenteel belang dat wij deze lokale en regionale betrokkenheid ontwikkelen bij wat wij proberen te doen. Anders investeren wij zonder resultaten op lange termijn.

 

 

“Het dreigen met ontslag van de ministers van PS en Ecolo bij de kwestie van de mensen zonder papieren was onverantwoordelijk ”

Vele landen zullen de twintigste verjaardag van de Wereldconferentie tegen racisme (of Durban IV), een VN-top op 22 september in New York, boycotten. Het antisemitische klimaat dat er heerst is afschrikwekkend. België zal, kennelijk na enige aarzeling, dan toch geen minister sturen.

Er is een voorgeschiedenis tussen België en de eerste conferentie van Durban in 2001. Wij waren voorzitter van de Europese Raad en Louis Michel, destijds minister van Buitenlandse Zaken, heeft er uitzonderlijk werk verricht. Dit gezegd zijnde, hadden we duidelijk een probleem met het niveau van de Belgische vertegenwoordiging op de top van New York. Afgelopen vrijdag heb ik er in de Kern voor gepleit dat wij niet op hoog politiek niveau aan de conferentie zouden deelnemen en dus geen ministers zouden sturen. Ik denk dat de meest correcte beslissing is dat wij een cenakel dat de laatste jaren bekend staat voor de verspreiding van antisemitische en soms zelfs revisionistische uitspraken, geen politieke erkenning moeten geven door onze aanwezigheid.

Is de beste manier om deze conferentie een andere wending te geven niet door er net aanwezig te zijn en er het woord te nemen? Bijvoorbeeld door het sturen van een diplomaat.

Het is mijn wens dat België op deze top een zeer sterke verklaring kan verspreiden over racisme en antisemitisme, ja. We zullen zien op welke manier dit kan gebeuren. De regering onderzoekt verschillende mogelijkheden om deze aanwezigheid te garanderen en deze krachtige boodschap uit te dragen.

Terug naar de Belgische politiek. Het politieke jaar gaat zeer gespannen van start op federaal niveau. Zal Vivaldi het einde van de legislatuur halen?

Ik ben als de heilige Thomas, ik geloof alleen wat ik zie. Er is in ieder geval een absolute wil om het te doen werken. Er zijn uitlatingen geweest in de media waaruit blijkt dat er veel discussies zijn die niet in de kern maar daarbuiten worden gevoerd. Bijvoorbeeld het debat over de pensioenhervorming, waarbij een minister een voorstel doet zonder haar collega’s van de regering te hebben geraadpleegd. Vivaldi moet als een team werken, anders redden we het niet.

Bent u het eens met de voorstellen van Karine Lalieux (PS), de minister van Pensioenen?

Het dossier is niet besproken in de Kern. Wij hebben het voorstel van mevrouw Lalieux via de pers vernomen en de documenten zijn nog maar net aan de kabinetten bezorgd. Ik spreek me niet graag uit zonder het voorstel perfect te kennen, zonder de nodige achtergrond. Maar als het gaat over de manier waarop het in de pers werd voorgesteld, zie ik niet in waar de hervorming zit… De pensioenen zijn als een enorm containerschip dat 50 miljard euro per jaar weegt, en dat we op een duurzame manier verder moeten laten varen. Als we de werkelijk verrichte arbeid en het verkregen pensioen niet voldoende aan elkaar koppelen, dan zijn we niet goed bezig. Een werkloze met een “loopbaan” van 30 jaar zou recht hebben op het minimumpensioen, terwijl een zelfstandige die bijvoorbeeld 28 jaar heeft gewerkt, daar geen recht op zou hebben. Dit is een groot onrecht. Wij kunnen de Belgen, die zich in een van de landen met de grootste belastingdruk ter wereld bevinden, niet vragen zoveel bij te dragen als er geen verband bestaat met wat zij daarvan terugkrijgen.

Wat vond u van het dreigement met ontslag van de ministers van PS en Ecolo eind juli in de zaak van de mensen zonder papieren?

Ik vond dat dit getuigde van een groot gebrek aan verantwoordelijkheidszin. Ten opzichte van de regering en ten opzichte van de betrokken mensen die het moeilijk hebben, maar die tegenstrijdige boodschappen krijgen. Dit alles zal zijn sporen nalaten, je kunt niet eender wat doen. Wat mij ook stoorde aan hun dreigement om ontslag te nemen, was het impliciete idee dat er maar één groep verantwoordelijken was die zich om de mensen zonder papieren zou bekommeren en de anderen niet. Dat was totaal oneerlijk.

 

 

Naamswijziging voor de MR ?

“Het woord vrijheid spreekt mij echt aan”

Haar politieke partij zou in de komende maanden een nieuwe naam moeten krijgen. Zoals La Libre al bekendmaakte, zou de Mouvement réformateur (MR) kunnen worden omgedoopt in een “Mouvement des libertés”. Verschillende liberale tenoren hebben hierop al gereageerd. Denis Ducarme zei dat hij gehecht was aan de huidige naam, terwijl Jean-Luc Crucke een evolutie wel mogelijk achtte. Ook de federale MR-minister zou kunnen leven met een verandering. “Ik ben erg gehecht aan vrijheid in het algemeen,” vertrouwde Sophie Wilmès me toe. “We zullen eerst een debat binnen de partij moeten voeren. Ik heb geen probleem met het woord “vrijheid” in de naam van de partij. Maar wat is het doel, wat rechtvaardigt een naamsverandering? Dat is het debat dat we nu moeten voeren. Maar het woord vrijheid spreekt me echt aan.”

 

Interview Frédéric Chardon en Antoine Clevers

© La Libre Belgique