De tweede pensioenpijler van de federale administratie zal in de toekomst ook toegankelijk zijn voor alle contractuele personeelsleden van drie federale openbare instellingen, namelijk de Koninklijke Muntschouwburg, het Rekenhof en de Hoge Raad voor Justitie, zoals nu al het geval is voor een aantal andere openbare instellingen. Deze beslissing is vandaag, vrijdag, door de federale ministerraad goedgekeurd. Een stap voorwaarts, zeggen ministers Petra De Sutter, Karine Lalieux en Sophie Wilmès.

De tweede pensioenpijler is een aanvulling op het wettelijke pensioen. Elk jaar stort de Staat 3% van het jaarsalaris van de werknemer in een fonds – via de FOD BOSA. Dit initiatief maakt het mogelijk om de grote verschillen tussen werknemers met verschillende statuten weg te werken.

Pro memorie : in mei 2019 is de toegang tot het aanvullend pensioen voor het federale  administratief overheidspersoneel ingevoerd. Een eerste beslissing in december 2020 had al de toegang tot de tweede pijler mogelijk gemaakt voor tien federale overheidsorganisaties. De Koninklijke Muntschouwburg (voor mensen die sinds 1 januari 2018 zijn aangeworven), het Rekenhof en de Hoge Raad voor Justitie worden daar nu dus aan toegevoegd.

De Ministerraad heeft ermee ingestemd dat deze drie instellingen toetreden op 1 januari 2022. Er is ook overeen gekomen om rekening te houden met de diensten die de betrokken arbeidscontractanten sinds 1 januari 2017 hebben geleverd.

Petra De Sutter, Vice-eersteminister en federale minister van Ambtenarenzaken: « Het is mijn uitgesproken toekomstvisie en die van de regering om de verschillende statuten binnen de federale overheid dichter bij elkaar te brengen. Dat past ook binnen de doelstellingen van mijn beleidsnota om de overheid als werkgever een pak aantrekkelijker te maken. De grote verschillen tussen bijvoorbeeld contractuele en statutaire ambtenaren, zoals de pensioenregeling, doen veel getalenteerde, veelbelovende profielen twijfelen over een carrière als ambtenaar. Dat kan niet de bedoeling zijn en dat willen we rechttrekken. Natuurlijk met de zekerheid dat wie voor de overheid werkt, dat ook in de toekomst op een objectieve, sociaal beschermde manier kan blijven doen. »

Sophie Wilmès, Vice-eersteminister en minister van de federale culturele instellingen: «Aangezien het pensioenstelsel van de Koninklijke Muntschouwburg niet toegankelijk is voor werknemers die na 1 januari 2018 zijn aangeworven, ben ik bijzonder tevreden dat er een oplossing is gevonden om hen met terugwerkende kracht te laten genieten van het aanvullende pensioenplan voor contractuele werknemers van de federale overheid. Dit is een extra zekerheid voor toekomst, gezien het aanvullend pensioen in grote mate bijdraagt tot het behoud van een degelijke levensstandaard. Deze beslissing is dan ook zeer goed nieuws en komt op een moment dat de Munt – net als de hele culturele sector – bijzonder moeilijke tijden doormaakt als gevolg van de pandemie. Hiermee sluit de federale regering volledig aan bij een veralgemening van de tweede pijler, zoals aangekondigd in het regeerakkoord. »

Karine Lalieux, Minister van Pensioenen: « Het regeerakkoord voorziet in een veralgemening van de tweede pensioenpijler voor alle werknemers, of ze nu werken in de privésector of bij de openbare diensten. Dankzij deze uitbreiding naar drie andere openbare instellingen, bouwen haast 19.000 contractuele medewerkers een aanvullend pensioen op. De veralgemening van de 2e pijler moet, naast een stevig wettelijk pensioen, ook werknemers in de privé ten goede komen. Met de sociale partners gaan we nu na hoe we kunnen komen tot een bijdrage van 3%. »