Vandaag, vrijdag 25 februari, zijn vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès en haar collega-ministers bijeen gekomen in Brussel voor een Raad Buitenlandse Zaken naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne.

Allereerst de heeft de Raad het tweede, massief sanctiepakket tegen Rusland en deels ook Belarus formeel aangenomen. “Het gaat om een solide pakket sancties dat beantwoordt aan onze doelstellingen, namelijk de verantwoordelijken voor deze ongeprovoceerde, illegale inval in Oekraïne te treffen en het regime in Moskou economisch te isoleren”, aldus Sophie Wilmès. De nieuwe sancties zijn gericht tegen financiële instellingen, bepaalde exportproducten in de energiesector, transport en goederen voor tweeërlei gebruik. Ze omvatten ook visumbeperkingen en individuele sancties.

“België pleitte ervoor om ook president Poetin en minister van Buitenlandse Zaken Lavrov in de lijst op te nemen. Het punt hier is te wijzen op de volledige verantwoordelijkheid voor deze agressie.” België is trouwens van mening dat de sancties nog verder versterkt kunnen worden.

De EU-ministers van buitenlandse zaken hebben via videoconferentie ook contact gehad met hun Oekraïense collega Kuleba, die hen een overzicht gaf van de situatie op het terrein, aangaf wat de noden zijn en bedankte voor de inspanningen en de steun.

Tijdens de bilaterale ontmoeting die daarop volgde, verzekerde vice-eersteminister Wilmès haar Oekraïense collega van de steun van België, van onze solidariteit met het lijdende Oekraïense volk, maar ook van onze bereidheid om op elk moment onze capaciteit te evalueren om aan hun noden te voldoen.

Tot slot heeft de Raad bekeken hoe Rusland economisch verder geïsoleerd kan worden op multilateraal niveau. België was mede-indiener van een resolutie in de Verenigde Naties waarin de Raad beslist dat Rusland zich onmiddellijk en onvoorwaardelijk diende terug te trekken. “Het is tijd een oproep te doen aan onze partners en vrienden over de hele wereld om in alle denkbare fora maximale druk op Rusland uit te oefenen om de ontoelaatbare agressie te staken en zich terug te trekken. Wat vandaag in Oekraïne gebeurt, kan morgen in een ander deel van de wereld gebeuren.”