Alleen het gesproken woord telt.

 

Beheer van de  Coronacrisis

 

Bedankt, mijnheer de voorzitter.

 

De zomervakantie is natuurlijk het moment bij uitstek om naar het buitenland te reizen. De lockdown waaraan we in het kader van de gezondheidscrisis zijn onderworpen, maakt deze zin om ons te verplaatsen ongetwijfeld nog sterker.

Maar, nogmaals, het virus is niet verdwenen. Het is er nog steeds. In verschillende buurlanden zijn nieuwe haarden ontstaan, waardoor de overheid bepaalde regio’s opnieuw in lockdown heeft moeten plaatsen. Het is dus van essentieel belang waakzaam te blijven, u te informeren over de epidemiologische situatie op uw zomerbestemming en in ieder geval de barrièregebaren, die gekend zijn of zouden moeten zijn, te blijven respecteren.

 

Allereerst wil ik u herinneren aan de beperkingen die nog steeds gelden voor verplaatsingen. Hier moet van bij het begin een onderscheid worden gemaakt tussen essentiële en zogenaamde niet-essentiële reizen.

Ik herinner u eraan dat de Nationale Veiligheidsraad de niet-essentiële verplaatsingen naar het buitenland al duidelijk heeft geregeld door de lijst van landen die toegankelijk zijn voor Belgische onderdanen strikt te beperken tot de Europese lidstaten en/of landen van het Schengengebied, dat wil zeggen 31 landen in totaal.

Voor elk van deze landen is er al een reisadvies beschikbaar op de website van Buitenlandse Zaken. Dit reisadvies bevat ook al kleurcodes waaraan u kan zien in hoeverre een verplaatsing naar dit land mogelijk is, onder bepaalde voorwaarden mogelijk is of op dit moment niet mogelijk is.

Het Overlegcomité is gisteren in aanwezigheid van de GEES bijeengekomen en heeft een algemene aanpak vastgesteld voor de beperkingen/aanbevelingen voor grensoverschrijdende verplaatsingen van Belgische burgers, dit uit voorzorg en rekening houdend met het feit dat het virus heropflakkert in bepaalde gebieden die aanvankelijk als veilig werden beschouwd.

Bij deze aanpak blijft het onderscheid tussen rode, oranje en groene zones. De bedoeling is om de lijsten – gezien het belang ervan voor onder meer quarantaine en testing –  te verfijnen en uit te splitsen per gemeente, zone, regio of land. Deze codes worden gepubliceerd op de website van Buitenlandse Zaken zo vlug mogelijk en ook waarschijnlijk nog vandaag.

Gebieden waar de epidemiologische toestand zeer ongunstig is of waar de autoriteiten nieuwe inperkingsmaatregelen hebben moeten uitvaardigen, moeten als rood beschouwd worden.  Daardoor vaardigt België dus een formeel reisverbod uit. Reizigers die desondanks terugkeren uit deze zones zullen worden behandeld als “hoogrisicocontacten”, wat betekent dat ze verplicht door een dokter getest moeten worden en in quarantaine geplaatst. De dokter zal ook een certificaat van quarantaine afleveren. Dit certificaat zal ook toegang geven tot het systeem van tijdelijke werkloosheid en, of eerder, overbruggingsrecht.

Gebieden waarvoor op basis van een advies van CELEVAL geen of een laag gezondheidsrisico is vastgesteld, worden als groen beschouwd. Voor deze gebieden zullen geen speciale beperkingen worden opgelegd. Maar de voorzorgsmaatregelen blijven natuurlijk wel van toepassing.

Uiteraard zijn er ook gebieden waar de situatie ongunstig is, maar nog niet zéér ongunstig en waarvoor een kleurcode gegeven moest worden om de mensen duidelijk te maken waakzaam te zijn. Deze zones krijgen de kleurcode oranje. Dat onderscheid heeft ook als voordeel dat er geen te bruuske overgang is van groen naar rood. Voor deze gebieden komt er ook een advies van CELEVAL, op grond van objectieve epidemiologische criteria en opvolging van het gevoerde gezondheidsbeleid. Voor deze gebieden zal België reizen afraden. Reizigers die terugkeren uit deze gebieden zal worden aangeraden om zich te laten testen en in quarantaine te gaan. En dit gebeurt natuurlijk ook door een dokter. Voor wat betreft de vraag over de touroperators, die zullen beantwoord worden door mevrouw Muylle.

De lijst van de verschillende zones moet zo spoedig mogelijk bijgewerkt worden door de deskundigen van CELEVAL en aangepast worden op de website van Buitenlandse Zaken. Het is voorzien om ze regelmatig te updaten.  En zoals ik daarnet al gezegd heb, de eerste update zal vandaag nog gebeuren. Het gebeurt door CELEVAL en het is dus een gemeenschappelijk werk. Want ik herhaal dat de evaluatiecel CELEVAL bestaat uit gezondheidsdeskundigen (onder wie virologen), mensen van Binnenlandse Zaken maar ook vertegenwoordigers van de deelstaten.

De gewesten en de Duitstalige Gemeenschap, die bevoegd zijn voor preventiebeleid, moeten het legale kader voorzien om de testing en quarantaine voor hoogrisicocontacten verplicht te stellen. De bedoeling blijft natuurlijk dat er een gecoördineerd beleid is.

Dat is wat we willen, dat is inderdaad wenselijk, mijnheer Prévot. En dat is wat we hebben afgesproken.

 

Wat betreft het verplicht dragen van mondmaskers: zoals ik aangekondigd heb op de laatste Nationale Veiligheidsraad, werken de experts van de GEES op dit moment op de kwestie. Zij zullen de Nationale Veiligheidsraad daar woensdag over adviseren. Tot dan blijven we hun laatste advies volgen.

En ik ben er natuurlijk van overtuigd dat zij ook zeker en vast rekening zullen houden met het advies van de Hoge Gezondheidsraad.

 

Het eerste wat we moeten doen om ons voor te bereiden op een tweede golf is natuurlijk al het mogelijke doen om dit te voorkomen. Daarom blijven we de vrijheden van onze medeburgers beperken, maar laten we niet vergeten dat deze vrijheden helaas nog steeds niet voor honderd procent herwonnen zijn. Ik hoor mensen zeggen dat we waakzaam moeten zijn voor een tweede golf en deze mensen pleiten tegelijkertijd voor de hervatting van alle activiteiten, met inbegrip van de meest risicovolle activiteiten, dus we proberen toch een beetje consequent te zijn. En het is waar dat dat moeilijk is, want het kan moeilijk zijn voor de mensen, voor de gemeenschap, maar ook op economisch niveau. Dat gezegd hebbende, moeten we dat blijven doen, in het belang van ieders gezondheid.

Wat de federale bevoegdheden betreft wil ik u eraan herinneren dat ondanks de omvang van de crisis die we zojuist hebben meegemaakt, de ziekenhuizen niet verzadigd zijn. Hoewel het zorgpersoneel zwaar op de proef is gesteld, bedroeg de bezettingsgraad op intensieve zorg op het hoogtepunt van de crisis in het hele land niet meer dan 58%. Dit is heel anders dan wat er zich helaas in andere landen heeft afgespeeld.

De ziekenhuizen hadden inderdaad adequate schikkingen getroffen voor deze problematiek. Het ziekenhuisplan werd aangepast in functie van de lessen die uit deze eerste en pijnlijke ervaringen werden getrokken.

Wat betreft de levering van beschermingsmateriaal wil ik u eraan herinneren dat er al 100 miljoen chirurgische maskers en 2 miljoen FFP2-maskers zijn uitgedeeld. Eind augustus zal de strategische voorraad 200 miljoen chirurgische maskers bedragen, het dubbele van wat nodig was tijdens de eerste crisis, en 33 miljoen FFP2-maskers, u kunt het zelf berekenen. Dit alles omvat niet de voorraden van materiaal en bescherming die nog beschikbaar zijn in de ziekenhuizen, de rust- en verzorgingstehuizen en andere actoren op het terrein. Om nog maar te zwijgen van alles wat ze nog zullen bijbestellen.

In de huidige fase is het van fundamenteel belang om de zogenaamde potentiële lokale heropflakkeringen snel te beheren. Om dit te kunnen doen, moet er een beleid van resurgence management komen, zo heet het, maar het moet ook daadwerkelijk worden ingevoerd. Ter herinnering, dit zijn gewestelijke bevoegdheden. De IMC, de Interministeriële Conferentie, heeft kaderovereenkomsten en protocollen uitgewerkt om te zorgen voor een coherente strategie voor de verschillende deelgebieden, ook al blijven deze laatste uiteraard verantwoordelijk voor het opstellen van hun eigen plannen.

Zoals u overigens weet, is ook het interfederale platform voor testing en tracing opgezet. Natuurlijk moet dit beleid kunnen evolueren in functie van de epidemiologische situatie.

De zogenaamde tweedegolfstrategie omvat inderdaad ook andere elementen zoals eerstelijnsbeheer, communicatie of geneesmiddelenvoorziening, die allemaal in een algemene visie met de deelgebieden moeten worden samengebracht.

De federale regering en de deelgebieden komen sinds het begin van de crisis regelmatig samen. We zullen dit blijven doen in het algemeen belang, ook al wonen we in een land dat institutioneel gezien bijzonder complex is.

En we zien het, het is waar dat het ons soms vertraagt, het vertraagt ons. Het is dus altijd een beetje makkelijk om met de vinger te wijzen naar een collega. De moeilijkheid is er en we maken dit samen door, we hebben het samen meegemaakt en we zijn van plan om te blijven samenwerken in dezelfde richting, omdat de veiligheid en gezondheid van onze medeburgers op het spel staan.

 

Ik dank u.

 

Vacatures, Relance en Budgettaire orthodoxie

 

Dank u meneer de voorzitter.

 

Door de gezondheidscrisis, hebben we aanzienlijke maatregelen moeten nemen op vlak van economische steun en sociale bescherming. We hebben de meeste van deze maatregelen om de noodsituatie aan te pakken, genomen met de 10 partijen die de volmachten hebben gesteund en ze zijn van kracht tot 31 december.

De Nationale Bank raamt het totale bedrag van de genomen maatregelen op 15 miljard voor het hele land, d.w.z. bijna 11 miljard voor het federale niveau en iets meer dan 4 miljard voor de deelstaten. Deze kosten zijn inderdaad aanzienlijk, maar gezien de ongeziene situatie waarmee we te maken hebben gehad, zijn we gedwongen om krachtige en snelle maatregelen te nemen om de gevolgen van de crisis zoveel mogelijk te beperken, om ons dus te beschermen tegen een nog grotere budgettaire impact op middellange termijn.

De laatste onderzoeken van de ERMG tonen bepaalde verbeteringen aan ten opzichte van wat voorzien was, met name wat betreft het zakencijfer van de bedrijven. We weten in elk geval dat de situatie voor veel sectoren heel moeilijk blijft.

 

De economische heropleving en relance komen nu bovenaan onze agenda te staan.

Ik herinner u eraan dat, toen ik het vertrouwen kwam vragen, ik een duidelijke toezegging heb gedaan om deze relance voor te bereiden, die stap voor stap moet gebeuren. De eerste stap moet ons in staat stellen om de uitdagingen waar we voor staan, te identificeren.

Het is duidelijk dat we vóór de crisis al belangrijke uitdagingen hadden vastgesteld. Deze worden niet alleen verzwaard door de crisis die we zonet hebben doorgemaakt. Er zijn ook nieuwe uitdagingen bijgekomen.

Drie weken lang ga ik met mijn collega’s van de regering luisteren naar en praten met institutionele vertegenwoordigers, vertegenwoordigers uit de academische wereld, het bedrijfsleven, mensen van op het terrein en uit het maatschappelijke middenveld.

Deze gesprekken zullen zich toespitsen op 3 belangrijke punten: investeren, beschermen en ontwikkelen. Onder andere macro-economische evoluties, economische ontwikkeling, sociaal beleid, cohesie, gezondheid, duurzame ontwikkeling en energietransitie zijn belangrijke kwesties die moeten worden aangepakt.

We zullen ook rekening moeten houden met de initiatieven van de deelstaten en Europa om coherentie en complementariteit te waarborgen.

De bedoeling is, zoals u wellicht hebt begrepen, om het relanceplan voor te bereiden. Niet om het uit te voeren. Dat heb ik al meermaals in dit parlement gezegd. Om een relanceplan uit te voeren, moet er stabiliteit zijn en dus een meerderheidsregering. Dit zal ook zorgen voor consistentie met het werk van het Parlement, wat, zoals u weet, moeilijk te bewerkstelligen valt als er geen stabiele meerderheid in het Parlement is.

 

Er wordt momenteel ook onderhandeld over de vorming van een toekomstige regering. Het werk van deze regering zal ongetwijfeld een extra licht werpen op de onderhandelingen. En het is niet tegenstrijdig, het is complementair. Bovendien hebben we als regering, een minderheidsregering de plicht en de verantwoordelijkheid om de situatie te blijven beheersen en ons voor te bereiden op de toekomst.

 

Meneer De Roover, u stelt vragen over hoe dit gefinancierd zal worden. Wat zal er gebeuren met het relanceplan. Ik heb gezegd toen ik het vertrouwen kwam vragen, dat was een heel beperkt vertrouwen dat ik heb gekregen, ik niet van plan ben om dat niet na te leven, niet te respecteren. Dus ik zal inderdaad het relanceplan voorbereiden, dat is mijn verantwoordelijkheid, dat is mijn plicht. Maar als iedereen hier rond de tafel absoluut de wil heeft dat we goed kunnen werken aan een relanceplan dat absoluut noodzakelijk is voor ons land, dan stel ik voor dat de mensen gaan samenzitten en echt beginnen te werken.

 

Dank u.