Enkel het gesproken woord telt

 

Mijnheer de Voorzitter,

Vorig jaar rond deze periode heb ik de grote uitdagingen geschetst die de federale culturele instellingen in het komende jaar en gedurende de gehele legislatuur te wachten staan.

Een jaar later is er heel wat veranderd, zoals u wellicht in de beleidsnota hebt gelezen.

Helaas kan ik vandaag niet zeggen dat de gezondheidscrisis achter de rug is. Er is weliswaar sprake van enige hervatting, maar sommige beperkingen blijven bestaan en andere worden opnieuw ingevoerd. Ik weet dat dit steeds moeilijker te dragen is. De federale regering heeft de instellingen, en dus hun publiek, echter bijgestaan bijvoorbeeld door een bijkomende eenmalige steun toe te kennen aan BOZAR.

Ik hoop van harte – en ik hoop dat voor de hele culturele sector – dat dit het laatste jaar is dat de gezondheidscontext zo’n belangrijke rol speelt in onze besprekingen.

Zoals ik al zei, is er in een jaar veel veranderd voor de federale culturele instellingen. Het belangrijkste is de vernieuwing van de raden van bestuur. Dit proces is zeer succesvol verlopen. Er waren veel kandidaten en de raden zijn nu paritair samengesteld met mensen met verschillende competenties. Ik moet zeggen dat deze dynamiek nieuwe energie geeft aan de instellingen en in het verlengde ligt van het opmerkelijke werk dat de vorige bestuurders al hadden gerealiseerd.

Ik zou graag voor elke instelling één belangrijk punt willen vermelden dat in het afgelopen jaar werd beslist.

Wat BOZAR betreft, ben ik verheugd over de succesvolle afronding op 15 oktober van de benoemingsprocedure voor de nieuwe directeur-generaal, Sophie Lauwers. De gevolgde procedure was uiterst rigoureus, want de verschillende kandidaturen die na de publieke oproep werden ingediend, werden op basis van hun project onderzocht en de geselecteerde kandidaten werden vervolgens door een jury ondervraagd en aan een extern assessment onderworpen. De Raad van Bestuur bracht een zeer positief advies uit over de gekozen kandidate. Ik ben overtuigd van de kwaliteiten van mevrouw Lauwers en ik heb haar vandaag willen vermelden omdat dit om veel meer gaat dan een benoeming, het gaat om het vertrouwen in een project dat vorm krijgt in Bozar.

Wat de Koninklijke Muntschouwburg betreft, heeft de ministerraad op 9 juli het dossier goedgekeurd betreffende de toegang tot het aanvullend pensioen voor de personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg die sinds 2018 werden aangeworven. Deze tweede pensioenpijler is een aanvulling op het wettelijke pensioen. Maar ik denk dat we vooral moeten onthouden dat de verschillende renovatieprojecten die via het masterplan van 2011 in gang waren gezet, eindelijk zijn voltooid.

Wat het Nationaal Orkest van België betreft, zou ik willen wijzen op de werkzaamheden die de afgelopen maanden zijn verricht om de wet houdende het NOB te moderniseren. Deze wet zal binnenkort aan het Parlement worden voorgelegd en voorziet in een modernisering op het gebied van personeel en bestuur. Ik ben verheugd over het feit dat uw commissie onlangs het wetsontwerp heeft goedgekeurd dat de broodnodige modernisering aanbrengt aan de organieke wet en bevestigt dat de instelling, net als de KMS, voor haar producties of coproducties een beroep kan doen op het mechanisme van de tax shelter.

Maar ik ga het vandaag niet alleen hebben over wat er in het afgelopen jaar is gebeurd. Wij voeren momenteel besprekingen over de verlenging van de beheersovereenkomsten van 2016. Deze besprekingen zijn van cruciaal belang omdat zij ons in staat stellen ambitieuze doelstellingen te bepalen voor elk van de instellingen. Ik ben er zeker van dat wij, zodra over de inhoud is onderhandeld, de gelegenheid zullen hebben om samen in het Parlement de contouren verder uit te werken.

Net als bij de terugblik op het afgelopen jaar wil ik voor elke instelling ook inzoomen op één belangrijk aspect van het komende jaar.

Voor BOZAR zal de prioriteit – naast de beheersovereenkomst – liggen bij de uitvoering van zijn digitaliseringsproject, dat werd gevalideerd in het kader van het Nationaal plan voor herstel en veerkracht. BOZAR moet naar de toekomst blijven kijken en zichzelf voortdurend vernieuwen. Dit plan moet de nodige investeringen mogelijk maken om ervoor te zorgen dat de digitale omschakeling binnen deze cultuurtempel een volledig succes wordt.

Voor de Koninklijke Muntschouwburg ligt de prioriteit het komende jaar in de productie van alle voorstellingen uit haar bijzonder rijk programma, waarbij alles in het werk wordt gesteld om de verloren tijd van de lockdowns in te halen.

Op het gebied van het beheer moet een oplossing worden gevonden voor het extralegale pensioenstelsel voor alle personeelsleden. Zoals vermeld in mijn algemene beleidsnota impliceert de leeftijdspiramide immers dat het huidige pensioenstelsel ten laste van de KMS een te grote druk legt op het artistieke budget van de instelling.

Wat het Nationaal Orkest van België betreft, wordt de repetitieruimte gerenoveerd, met de steun van de teams van Bozar en een financiering van Beliris. De moderniseringswerkzaamheden zullen zorgen voor betere arbeidsomstandigheden en de repetitieruimte zal beter afgestemd zijn op de inrichting van de Henry le Boeuf-zaal.

Wat het budget betreft, zijn de dotaties onderworpen aan de transversale besparingen van de regering van 1,1%. Een verhoging van het bedrag van de recurrente subsidies van de Nationale Loterij zal het verlies aan middelen echter gedeeltelijk compenseren. In het kader van een gericht beleid kunnen vooral extra middelen worden toegekend, in die zin dat de 700.000 euro voor de gezamenlijke investeringen van de instellingen worden aangevuld met 1,6 miljoen per jaar, die zullen worden gebruikt voor de gezamenlijke projecten van de instellingen, voor de investeringen die nodig zijn om ze in staat te stellen hun activiteiten te ontwikkelen, voor de modernisering van het informaticasysteem van de KMS, en voor de plaats van het NOB binnen BOZAR, als orkest in residentie.

Tot slot, want ik wil niet te lang uitweiden en ruimte laten voor de discussie: de federale regering is ten volle gemobiliseerd om de federale culturele instellingen te steunen en te begeleiden in hun ontwikkeling en bij de uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd.

Eén jaar later zijn de instellingen intern al sterk geëvolueerd dankzij een aantal vernieuwingen. Vandaag hoop ik dat de externe context – de gezondheidssituatie – hen zal toelaten een aantal projecten uit te voeren en vooral dat de beheersovereenkomsten een referentie-instrument kunnen zijn voor hun verdere ontwikkeling.

Ik dank u.