Alleen het gesproken woord telt.

 

Mijnheer de minister-president,

Mijnheer de burgemeester van Elsene,

Dames en heren met uw titels en hoedanigheden,

 

Ik ben verheugd om hier vandaag samen met u de 60e verjaardag van de onafhankelijkheid van de Democratische Republiek Congo te kunnen vieren.

 

België deelt een gemeenschappelijk verleden met Congo. Deze 60e verjaardag van de onafhankelijkheid geeft ons de gelegenheid dit verleden ter sprake te brengen. Onze gedeelde geschiedenis had en heeft nog steeds een belangrijke impact, zowel voor de Belgen als voor de Congolezen.

Dat is te merken aan de vriendschapsbanden die over de generaties heen tussen de twee volkeren werden gesmeed. In het bijzonder in de Congolese gemeenschappen in België en de Belgische gemeenschappen in Congo. Elk van deze gemeenschappen maakt deel uit van de rijkdom en de diversiteit van onze respectieve landen. Er zit een beetje van jullie in ons en een beetje van ons in jullie.

Maar laat ons ook eerlijk erkennen dat ons land zich weliswaar altijd hard heeft verzet tegen racisme en alle vormen van discriminatie, maar dat er nog steeds werk aan de winkel is om gelijke kansen voor iedereen te waarborgen.

Ik was geschokt door de recente ontoelaatbare uitlatingen aan het adres van de burgemeester van Ganshoren, Pierre Kompany. Woorden hebben betekenis, zelfs op sociale netwerken. Het is misschien door de functie van de heer Kompany dat de media dit verwerpelijke gedrag in de schijnwerpers hebben  gezet. Maar dit zijn geen alleenstaande feiten, veel van onze medeburgers worden dagelijks geconfronteerd met een dergelijk discours. We moeten onverzettelijk zijn in de strijd tegen racisme. We moeten onverzettelijk zijn in de strijd tegen welke vorm van uitsluiting dan ook.

 

Zoals ik al zei, delen België en Congo een gemeenschappelijk verleden.

In 2020 moeten wij in staat zijn helder en scherp te kijken naar dit gedeelde verleden. Een verleden dat ook gekenmerkt wordt door ongelijkheid en geweld tegen de Congolese bevolking.

Zoals voor andere Europese landen is het nu ook voor België tijd om de weg in te slaan van onderzoek, waarheid en herinnering.

Elke zoektocht naar waarheid en herinnering begint met de erkenning van het leed. De erkenning van het leed van de ander.

Deze erkenning werd vanochtend duidelijk uitgedrukt door onze Vorst, in zijn brief aan President Tshisekedi voor de Congolezen.

De koloniale kwestie vereist een diepgaand en tegensprekelijk debat, waarbij de verschillende Belgische componenten en onze Congolese partners betrokken zijn. Een debat dat zonder taboes moet worden gevoerd, in alle oprechtheid en sereniteit.

Daarom heeft het Parlement beslist zich te buigen over het koloniale verleden van België in een hiertoe opgerichte commissie om er lessen uit te trekken.

Het gaat er niet om de geschiedenis te herschrijven, maar om ze beter te begrijpen. We kunnen immers geen nieuw hoofdstuk beginnen zonder alle vorige te kennen. Dit is nodig om te kunnen bouwen aan de toekomst.

De DRC staat net als de rest van de wereld voor grote uitdagingen: de ontwikkeling van de gezondheidszorg, de gevolgen van de klimaatverandering, migratie, veiligheid en de strijd tegen straffeloosheid om er maar een paar te noemen. De DRC heeft een cruciale rol te spelen, zowel in Afrika als wereldwijd.

Mijn bezoek daar, afgelopen februari, was voor mij de gelegenheid om dit prachtige, innemende land te leren kennen.

De DRC is rijk aan talent op vele gebieden, zowel wetenschappelijk, artistiek als technologisch.

Ons engagement, onze betrokkenheid de komende jaren blijft groot. Er is de vaste wil om het stabilisatieproces en de verdere ontwikkeling van de DRC te ondersteunen. Een partnerschap van gelijken, met de Congolese bevolking en voor het welzijn van alle Congolezen, of ze nu hier zijn of daar.

 

Ik wens u allen een viering van deze 60e verjaardag van de onafhankelijkheid van de DRC vol vreugde, trots, broederlijkheid en solidariteit.