Sire, Majesteit,

Dames en heren,

 

Het jaar 2019 is een paar weken geleden afgesloten.

We zullen het ons herinneren als een rijk gevuld jaar.

We hebben ons vele malen verheugd.

Tijdens mooie sportmomenten.

Tijdens mooie vieringen, zoals de 18e verjaardag van onze toekomstige vorstin, Prinses Elisabeth.

We hebben ons erfgoed in de kijker gezet met Bruegel. Magritte ook.

De Belgen – en vooral de jongeren – kwamen op straat “voor het Klimaat”.

Maar 2019 was ook soms moeilijk.

Het geweld tegen vrouwen stond centraal in het publieke debat, want het heeft alweer het leven gekost aan vele vrouwen, onder wie Julie Van Espen.

Er waren ook andere vormen van geweld die ons diep hebben geschokt, en terecht.

Ik denk aan de brand in Bilzen of aan de uitspraken na de reddingsoperatie in De Panne.

We hebben deze uitspraken veroordeeld.

In het buitenland werden bevriende landen opnieuw geconfronteerd met aanslagen.

We vergeten ook niet de beelden van menselijke drama’s: op de oevers van de Middellandse Zee of in delen van de wereld die verscheurd worden door moordende conflicten.

Tot slot zijn we met de herdenking – in het teken van broederschap – van de 75e verjaardag van de Slag om de Ardennen  tegemoetgekomen aan onze plicht om het verleden nooit te vergeten.

Dat alles herinnert ons voortdurend aan de noodzaak om te blijven ijveren voor een stabielere wereld, veiliger voor iedereen.

We zetten ons daar actief voor in en onze acties zullen nog meer worden opgemerkt nu we het voorzitterschap van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waarnemen.

 

Sire, Majesteit,

Dames en heren,

In deze terugblik vergeet ik natuurlijk de drievoudige verkiezingen van mei laatstleden niet.

Deze verkiezingen hebben verschillende fenomenen aan het licht gebracht.

Ten eerste de versnippering van ons politieke landschap, die de zaken weliswaar ingewikkelder maakt, maar geen aanleiding mag geven tot angst bij de democraten.

In tegenstelling tot het eenheidsdenken is het pluralisme van opvattingen altijd een rijkdom.

Zolang we maar op zoek gaan naar punten van overeenkomst.

We moeten ons echter wel ongerust maken over het succes van de radicale ideeën en het populistische discours bij een deel van de bevolking.

Hun vooruitgang, overal in Europa, is tekenend.

Ons antwoord hierop is dat we beter moeten luisteren naar de burgers die zich onveilig voelen in een steeds complexere wereld; tegenover omwentelingen die zo groot zijn dat de maatschappij zelf een metamorfose ondergaat en soms zelfs ontredderd raakt.

Wanneer de populist inspeelt op angsten, moet de democraat de mensen geruststellen door ze een positief, enthousiasmerend project aan te bieden, gebaseerd op de waarden die hem bezielen:

  • vrijheid;
  • rechtvaardigheid;
  • billijkheid;

Hij moet rekening houden met de dagelijkse beslommeringen van onze medeburgers:

Ga ik een job vinden?

Ga ik fatsoenlijk kunnen leven, mezelf kunnen ontplooien, de juiste balans kunnen vinden tussen mijn werk en mijn privéleven?

Kan ik mij in de publieke ruimte bewegen en me daarbij comfortabel en veilig voelen?

Heb ik alle kansen om mezelf te emanciperen ongeacht mijn afkomst of geslacht?

Welke toekomst kan ik mijn kinderen en kleinkinderen bieden?

Het is door middel van dialoog dat we de vertrouwensband tussen de politieke wereld en de burgers weer kunnen opbouwen.

Om dit vertrouwen te kunnen hernieuwen moet er echter snel een federale regering worden gevormd.

De huidige regering vervult weliswaar haar dagelijkse taken:

– door de continuïteit van de overheidsdiensten te waarborgen;

– door te reageren op dringende gebeurtenissen;

– of door de stem van België te laten horen op grote internationale bijeenkomsten.

Maar deze regering in lopende zaken is niet in staat om het politieke elan te geven dat nodig is om de grote werven die ons te wachten staan, aan te vatten.

De Belgen weten dit.

Daarom kunnen ze moeilijk vatten dat het gemeenschappelijk belang het niet zou halen op de politieke onenigheid.

En we kunnen ze alleen maar gelijk geven.

We hebben een volwaardige regering nodig, met mannen en vrouwen die bereid zijn om te regeren, om zo tegemoet te komen aan de uitdagingen van vandaag en morgen.

Ook hiervoor is een eerlijke dialoog tussen alle democraten essentieel.

Over onze verschillen, onze fysieke, taalkundige… of zelfs ideologische grenzen heen.

De toekomst van ons land en van onze samenleving hangt juist af van dit vermogen om bruggen te bouwen in plaats van ze op te blazen.

Ik denk dat we ons hier vandaag allemaal van bewust zijn.

Het is aan ons om dat in 2020 aan te tonen.

Hoe sneller, hoe beter.

 

Sire, Majesteit,

Dames en heren,

In naam van de regering wens ik u het allerbeste voor het nieuwe jaar.

Dank u.