Vandaag, maandag 13 december, zijn vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès en haar collega-ministers bijeen gekomen in Brussel voor een Raad Buitenlandse Zaken.

Geopolitiek Energie

Voorafgaand aan de Raad Buitenlandse Zaken was er een door België georganiseerde vergadering over de geopolitieke dimensie van energie, in aanwezigheid van Dr. Fatih Birol, directeur van het Internationale Energie Agentschap (IEA). De discussie was gericht op de externe dimensie van de energiecrisis en de geopolitieke aspecten van energie.

“Het is essentieel dat Europa, dat een leider is in de transitie naar meer hernieuwbare energiebronnen, via diplomatie andere spelers overtuigt van het belang ervan. Energie en geopolitiek zijn ook nauw met elkaar verweven. Het is cruciaal aandacht te hebben voor onze afhankelijkheid ten opzichte van andere politieke actoren. Daarnaast is het ook belangrijk oog te hebben voor potentiële nieuwe afhankelijkheden zoals die van mineralen als lithium en kobalt. Het is daarom van vitaal belang dat de EU inzet op het diversifiëren van energiebronnen en bouwt aan weerbaarheid – aan schokbestendigheid – inzake energie”, aldus Sophie Wilmès.

EU-Afrika

De Raad heeft verder een strategische discussie gevoerd over de relatie EU-Afrika in het licht van de EU-Afrika Top in februari. Zoals de minister al aankondigde op de Ministeriële in Kigali, moeten daar tastbare resultaten worden bereikt. Zo moet de Top voor ons land resulteren in een herinnering aan onze gehechtheid aan gemeenschappelijke waarden zoals goed bestuur, rechtsstaat en strijd tegen corruptie, en ons engagement om deze te respecteren.

Verder blijft ook de vaccinatie tegen Covid-19 van het grootste belang. “België heeft er zich toe verbonden om in 2021 9 miljoen doses te verdelen via COVAX, wat de helft is van de vaccins die tot nog toe in België zijn toegediend. Verder moet de EU inspanningen blijven doen om het COVAX-mechanisme te verbeteren en de uitwisseling van vaccins te versnellen, en daarnaast de lokale productie, de logistiek en de distributie, maar ook de effectieve toediening van vaccins te ondersteunen”, aldus Sophie Wilmès.

Oekraïne

Ook hebben de Europese ministers van Buitenlandse Zaken een stand van zaken opgemaakt van de zware aanwezigheid van Russische troepen en militair materieel aan de grenzen van Oekraïne. In lijn met de Europese Commissie bevestigde de Raad haar steun voor de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne. De EU-ministers van Buitenlandse Zaken waren het er ook over eens dat er – in het geval van agressie en kwaadwillige acties – nood is aan een sterk EU-antwoord. De Europese Raad zal zich later deze week over de zaak buigen.

Voor België is de-escalatie de hoogste prioriteit. Daartoe moeten alle diplomatieke communicatiekanalen worden ingezet. Anderzijds moet de EU ondubbelzinnig aankondigen welke prijs Moskou zou betalen in geval van een aanval, en, samen met de internationale partners klaar zijn voor snelle actie indien nodig. Dat laatste evenwel zonder zichzelf op te sluiten in een negatieve spiraal die de deur voor dialoog dicht zou slaan.

Belarus

Verder heeft de Raad zich ook opnieuw gebogen over de irreguliere migratiestroom vanuit Belarus naar de EU, na de aanname van een 5de sanctiepakket op de RBZ van 15 november jl (formeel aangenomen op 2 december). Nog altijd zouden zich tussen de 10.000 en 15.000 migranten in het grensgebied bevinden, in erbarmelijke humanitaire omstandigheden. Voor ons land is de instrumentalisatie van duizenden migranten schaamteloos en onaanvaardbaar, en is toegang tot het grensgebied voor humanitaire organisaties van essentieel belang.

Voor België moet alles in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat het regime snel een echte politieke dialoog aangaat en instemt met vrije verkiezingen. De sancties die tot dusver zijn aangenomen, moeten president Loekasjenko ook in die richting bewegen.

Onderhoud met Qatarese MFA

De EU-ministers van Buitenlandse Zaken hebben ook een onderhoud gehad met Z.E. Sheikh Mohammed bin Abdulrahman Al-Thani, vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken van Qatar. Ons land liet bij monde van zijn vicepremier weten achter de wens van de Europese Unie te staan om de betrekkingen met de landen van de Gulf Cooperation Council, waaronder Qatar, te intensiveren, onder meer op vlak van groene energie, mensenrechten, veiligheid en regionale dialoog.

Zoals ze al deed bij hun ontmoeting in New York in de marge van de Algemene Vergadering, heeft vicepremier Wilmès haar ambtgenoot nogmaals bedankt voor de doorslaggevende steun die Qatar heeft verleend in het kader van de evacuatie-operaties uit Kaboel. Verder uitte ze ook haar bezorgdheid over de actuele situatie in Afghanistan: “De mensenrechten in Afghanistan, vooral die van vrouwen en meisjes, worden nog steeds niet gerespecteerd en de humanitaire situatie is bijzonder schrijnend. Bijstand is dringend nodig om te voorzien in de basisbehoeften van de Afghaanse bevolking nu de winter voor de deur staat.”

Tot slot hadden de ministers van Buitenlandse Zaken het ook nog over het komende WK Voetbal in Qatar en de bezorgdheden over arbeidsrechten. België blijft Qatar aanmoedigen om de nodige inspanningen te leveren.

Ethiopië

Bij de bespreking van de meest actuele dossiers, ging de aandacht van de Raad ook naar de situatie in Ethiopië, die zeer volatiel blijft. Ongeacht de evolutie van het militaire machtsevenwicht is een onvoorwaardelijke en onmiddellijk staakt-het-vuren voor België de topprioriteit. De nadruk worden gelegd op de eerbiediging van de territoriale integriteit van Ethiopië, de verantwoordingsplicht van alle actoren – met inbegrip van het TPLF en andere milities -, de onmiddellijke toegang voor humanitaire hulp en de afwijzing van pogingen om met geweld de macht te grijpen.

“Om Ethiopië duurzaam te stabiliseren moet worden ingezet op de strijd tegen straffeloosheid en verzoening. De strijdende partijen hebben de verantwoordelijkheid om de burgerbevolking te beschermen. Ons land blijft ook pleiten voor het inzetten van het mensenrechten-sanctiemechanisme om personen, aan alle zijden, aan te pakken die nog steeds ernstige schendingen van de mensenrechten begaan”, aldus Sophie Wilmès.

Centraal Azië

Verder heeft de Raad zich gericht op Centraal Azië, om de prioriteiten te bepalen voor het EU-engagement in de regio.  De laatste ministeriële bijeenkomst tussen de EU en Centraal-Azië, op 22 november in Dushanbe, heeft aangetoond dat de partners in de regio belangstelling hebben voor nauwere samenwerking met de EU.

De EU heeft grote belangen in Centraal Azië, gezien z’n geostrategische ligging en sleutelrol in de connectiviteit tussen Europa en Azië, z’n grote energievoorraden, het groeiende marktpotentieel en het veiligheidsaspect, wat de crisis in Afghanistan overtuigend heeft aangetoond. Gezien de rol die andere regionale en mondiale actoren spelen en in het licht van de toenemende onderlinge afhankelijkheid en de verwoestende gevolgen van de Covidcrisis, is ons land ervan overtuigd dat de EU in de regio een rol moet spelen”, aldus Sophie Wilmès.

Venezuela

Verder hebben de EU-ministers een stand van zaken opgemaakt van de situatie in Venezuela, na de regionale en lokale verkiezingen van 21 november. De Raad kreeg een debriefing van Isabel Santos, hoofd van de EU-verkiezingswaarnemingsmissie. België is ingenomen met het werk van de missie en met de beoordeling die uit de eerste conclusies naar voren komt. Voor ons land moeten de aanbevelingen ertoe bijdragen dat er in de toekomst democratische verkiezingen kunnen worden gehouden.

Goedkeuring sanctiekader Mali

Verder heeft de Raad ook beslist een nieuw sanctiekader aan te nemen naar aanleiding van de coup in Mali van 24 mei jl en het gebrek aan evolutie in de richting van een democratische transitie. Het zal de EU toelaten sancties te nemen tegen personen of entiteiten die de vrede, veiligheid of stabiliteit van Mali bedreigen of de democratische transitie ondermijnen.

Ook heeft de Raad beslist sancties in te stellen tegen de Wagner Group, een in Rusland gevestigd privaat militair bedrijf. De restrictieve maatregelen zijn gericht tegen de groep zelf en acht personen en drie entiteiten die ermee verbonden zijn. Zij worden gesanctioneerd op grond van vier verschillende sanctieregelingen: de sanctieregeling van de EU voor de mensenrechten in de wereld en regelingen in verband met situaties in Libië en Syrië en voor acties die de territoriale integriteit van Oekraïne ondermijnen.