Op donderdag 14 mei hebben eerste minister Sophie Wilmès, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block en federaal minister Philippe De Backer, die tijdelijk belast is met de Corona taskforces, vertegenwoordigers van Take Care of Care ontvangen in de Lambermont. Take Care of Care is een burgerbeweging die werd opgericht in het kader van het beheer van de Covid-19 gezondheidscrisis en de impact ervan op de toekomst van de gezondheidszorg in België. De vaststellingen van de beweging werden gebundeld in een manifest dat reeds meer dan 30 000 handtekeningen telt. Deze vergadering vond plaats in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van de Taskforce contactopsporing en -opvolging, Emmanuel André, en van Pedro Facon,  directeur-generaal Gezondheidszorg bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, die eveneens secretaris is van de IMC Volksgezondheid en voorzitter van de  Taskforce Surge Capacity.

Tijdens deze vergadering brachten de gezondheidswerkers, die in hun dagelijkse praktijk geconfronteerd worden met de problematiek van de epidemie, verschillende bezorgdheden naar voor.

Een van de thema’s was de vraag van de vertegenwoordigers van Take Care of Care om het dragen van mondmaskers in de gehele publieke sfeer verplicht te maken. De eerste minister herinnerde eraan dat de beslissing om het dragen van maskers niet veralgemeend te verplichten in de eerste plaats is gebaseerd op het advies van de experten van de Risk Management Group en van de Hoge Raad voor de Gezondheidszorg. Het dragen van het mondmasker of mondneusbescherming is verplicht in het openbaar vervoer. In de andere gevallen is het duidelijk dat het dragen van een masker een bijkomende bescherming biedt waarover er snel duidelijke communicatie en een bewustmakingscampagne – Ik bescherm jou, jij beschermt mij – moet komen.

Verder was deze vergadering ook een gelegenheid om de vertegenwoordigers van Take Care of Care gerust te stellen rond de kwestie van de bevoorrading van beschermingsmiddelen. Deze bevoorrading gebeurt constant en blijft prioritair gericht op de gezondheidswerkers. Bij wijze van preventieve maatregel bestaan er parallelle procedures voor het geval er in de toekomst een tekort zou worden vastgesteld op het terrein.

Ook de contactopsporing en -opvolging, met name via de triagecentra en de huisartsen, werd besproken. De samenwerking met alle professionals zal worden versterkt en de communicatiemiddelen zullen worden aangepast om de moeilijkheden bij de uitvoering ervan te overwinnen.

De kwestie van de serologische tests kwam ook aan bod. De federale regering heeft aangekondigd dat hierover zeer binnenkort een koninklijk besluit zal worden gepubliceerd, samen met een omzendbrief van het Riziv waarin de de voorwaarden voor de terugbetaling van de tests zullen worden bepaald en het verbod om te factureren aan patiënten van wie het testvoorschrift geen deel uitmaakt van de terugbetalingsvoorwaarden, zal worden opgeheven. De regering sprak eveneens haar volle vertrouwen uit in de artsen om verstandig gebruik te maken van deze tests, zoals steeds, in een vertrouwensrelatie met de patiënten. Er was een consensus over het gecoördineerde gebruik van sneltesten door de eerstelijnsarten.

Eén van de belangrijke punten waarover gesproken werd was  de impact van deze crisis op de fysieke en psychologische uitputting van de zorgverleners, van wie de betrokkenheid en totale toewijding tijdens de voorbije maanden, in vaak moeilijke omstandigheden, welbekend is. De komende weken zal bijzondere aandacht worden besteed aan specifieke maatregelen. In dit verband werd eraan herinnerd dat er al beslissingen zijn genomen, zoals de terugbetaling van psychologische (tele)consulten. Binnenkort zal hierover ook een onderzoek van Sciensano verschijnen.

Tot slot hebben de vertegenwoordigers van Take Care of Care erop aangedrongen dat er kadaster moet komen van zorgverleners die door de infectie zijn getroffen. De eerste minister heeft verzekerd dat dit op de agenda staat. Verder lieten ze weten dat de KB’s die de competenties voor “niet-gekwalificeerd zorgpersoneel” invoeren en de opvordering van gezondheidspersoneel organiseren, door de verpleegkundigen als een agressie werden ervaren.

Op het einde van de vergadering werd beslist dat de partijen hun gesprekken zullen voortzetten in het licht van de verdere ontwikkeling van de toestand.