Het Nieuwsblad – 09/05/2020 – Matthias Vanderaspoilden

Een beetje meer soepelheid en perspectief, dat kon premier Sophie Wilmès (MR) ons deze week geven. Al waarschuwt ze dat we er nog lang niet zijn: “Het is echt niet de bedoeling dat iedereen op zoek gaat naar een manier om de regels zo maximaal mogelijk te interpreteren.”

Als mensen zich dagenlang vrolijk maken om die powerpoint, dan moet je er toch zelf ook om kunnen lachen?

Op de persconferentie na de Nationale Veiligheidsraad woensdagmiddag straalde premier Sophie Wilmès (45). Eindelijk eens goed nieuws kunnen brengen, het deed haar zichtbaar deugd. Ook twee dagen later is ze nog altijd hoopvol dat het de goede richting uitgaat om corona in te dijken. Maar, zegt ze, dat hebben we vooral aan onszelf te danken. “De lockdown heeft effect gehad en de maatregelen zijn goed opgevolgd. Daardoor kunnen we die nu iets versoepelen.”

Ze glimlacht en doet dat niet voor het laatst tijdens het interview. Daar gaat het beeld van de stugge, wat norse premier. Ook woensdag toonde ze zich erg aimabel, ontspannen bijna. Dat laatste spreekt ze tegen. “Leek dat zo? Het was nochtans anders. Maar natuurlijk is het altijd fijner om positief nieuws te brengen dan omgekeerd.”

Heeft u daar zelf op aangedrongen? Het lijkt altijd een moeilijk evenwicht: de wil van de politiek verzoenen met de kennis van de wetenschappers.

“Dat evenwicht is niet eens zo moeilijk. Alle betrokkenen zijn het erover eens dat de gezondheid altijd primeert. Maar we mogen niet blind zijn voor de realiteit. Al meteen na de vorige Veiligheidsraad heb ik opnieuw contact gezocht met mevrouw Erika Vlieghe (voorzitter van de expertengroep, nvdr.) om nog dat weekend te brainstormen over de volgende stap. Het klopt dat de ministers-presidenten, de ministers en ik een pleidooi hebben gehouden om werk te maken van een versoepeling, maar we hadden niet veel overtuigingskracht nodig. Ook de experts staan in de realiteit, hé. Als je merkt dat er bij de bevolking wanhoop is, dan moet je proberen daar iets aan te doen. We hadden ook weinig keuze: iedereen heeft het lastig – dat merk ik zelf ook.”

Is dat echt zo?

“Er is natuurlijk weinig tijd voor introspectie of andere dingen naast het werk. Maar dat neemt niet weg dat ik dat gevoel van leegte dat veel mensen hebben, ook ervaar. We zijn allemaal mensen en die zijn niet gemaakt om ver van elkaar te zijn. Ook een premier heeft gevoelens.” (glimlacht)

Kunt u volgende week, na een nieuwe Veiligheidsraad, opnieuw goed nieuws brengen voor de volgende fase?

“Dat durf ik niet te zeggen. Meer soepelheid brengt altijd risico’s met zich mee. Bij iedere stap vooruit bestaat het risico dat we stappen terug moeten zetten of tijdelijk opnieuw in lockdown moeten.”

Is dat echt een reëel gevaar, zo’n nieuwe lockdown?

“Natuurlijk. We mogen echt niet te hard van stapel lopen. Het virus is er nog en het blijft heel gevaarlijk. Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Uiteindelijk is er maar één maatstaf: de gezondheidstoestand. Die laat ons toe om stappen vooruit te zetten, maar kan ons ook terugfluiten. Als we te snel gaan en ons niet aan de regels houden, nemen we grote risico’s. Onze vrijheid is al erg beperkt, maar ze staat iedere dag opnieuw op het spel. Samen moeten we op zoek naar een nieuw normaal. Stap voor stap, fase per fase.”

We kunnen niet anders dan er nog even op terugkomen: de powerpoint met al die fases op de persconferentie eind april. Had u meteen door: verdorie, dit is een soepje?

“Ik zei het daarnet al: ik heb geen tijd voor introspectie. Op dat moment was dat een groot voordeel. (lacht uitbundig) Maar ernstig: we hebben het onszelf niet makkelijk gemaakt, die vrijdagavond. De boodschap was complex en zo lang wachten was fout. Ik betreur dat echt, maar we hebben er lessen uit getrokken. Als zo veel mensen zich eraan gestoord hebben, dan moet je daar naar luisteren. De communicatie was toen geen succes, maar het perspectief dat we gebracht hebben wel. De focus moet ook op de inhoud liggen.”

U begon er woensdag zelf weer over. Een eigen keuze?

“Ja. Ik wou die olifant meteen uit de kamer. Als mensen zich dagenlang vrolijk maken over die powerpoint, dan moet je er toch zelf ook om kunnen lachen?”

De belangrijkste aankondiging woensdag was het moederdagbezoek met maximaal vier mensen. Heeft u het zichzelf niet onnodig moeilijk gemaakt door daar een cijfer op te kleven? Angela Merkel had het gewoon over huishoudens. Lekker duidelijk.

“Ik blijf bij mijn standpunt om dat zo concreet te maken. Vergeet niet dat we als overheid nooit eerder het sociale leven van mensen hebben moeten organiseren. Anno 2020 zijn er honderden verschillende samenlevingsvormen en gezinssamenstellingen. Eigenlijk is het niet zo moeilijk. (neemt een blaadje papier en begint te krabbelen) De hele redenering vertrekt vanuit het huishouden, ongeacht hoe groot dat is – wij zijn zelf ook een gezin van zes. Wel, elk huishouden mag maximaal vier mensen op bezoek krijgen uit een ander huishouden. Je moet je gezin zien als een bubbel en je moet je zoveel mogelijk beperken tot één of twee andere bubbels, met een limiet van vier mensen dus. Zelf kiezen wij in ons gezin voor mijn mama en haar partner.”

Ik zag u schetsen tijdens uw uitleg. Vergeef het mij, maar was een powerpoint toch geen goed idee geweest?

(giert het uit)“Damned if you do, damned if you don’t. Maar je hebt gelijk. Er komt voor zondag nog een schematische voorstelling die een antwoord moet bieden op alle vragen. Ik hoop gewoon dat de filosofie voor iedereen duidelijk is. Maar afstand houden en contact beperken blijven de basisregels. Er is nu een beetje meer soepelheid, maar het is echt niet de bedoeling dat iedereen op zoek gaat naar een manier om de regels zo maximaal mogelijk te interpreteren.”

Het is wel menselijk, natuurlijk, er de kantjes van af lopen.

“Ook voor de crisis hield niet iedereen zich altijd even goed aan de regels, dat is eigen aan de maatschappij. Het grote verschil is dat wie zich nu niet aan de regels houdt, niet alleen zichzelf in gevaar brengt. Mensen moeten altijd beseffen dat hun gedrag ook impact heeft op anderen. Dat was vroeger minder het geval.”

Sommige burgemeesters nemen het niet zo nauw met die verantwoordelijkheidszin, of het nu gaat over tweede verblijven of het zitten op een bankje. Stoort u dat?

“Er is nog altijd een ministerieel besluit dat bepaalt wat kan en wat niet. Die regels gelden voor iedereen, zeker voor een burgemeester. Ik snap de frustratie, maar er is op dit moment geen ruimte om aan politiek armworstelen te doen. Onze bevolking verwacht van ons iets anders. Of ik hen op het matje ga roepen? Ik ben meer voor de dialoog. (fijntjes) Als ze echt meer uitleg willen, zal ik hen die geven. Tussen drie en vier ’s morgens heb ik wel nog wat tijd over.”

Ook uw ministers en collega-politici zijn niet altijd even gedisciplineerd. Hoe frustrerend is het dat ze na iedere persconferentie hier op uw stoep elk hun eigen interpretatie geven?

“In het licht van deze crisis vind ik dat niet eens zo frustrerend, het toont alleen hoe ingewikkeld ons beslissingsproces is. Het mag alleen niet verwarrend zijn.”

Maar dat is het net wel.

“Dat merk ik ook, ja. Ik zou het ook liever anders zien, maar het is wat het is.”

U probeert de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog te managen. Voelt u zich nog de juiste vrouw op de juiste plaats?

“Voor zo’n crisis is niemand ooit de juiste vrouw op de juiste plaats. Er is ook niemand die een hele bevolking op zijn of haar eentje kan redden. Maar ik zal de mensen niet in de steek laten.”

Soms lijkt de eenheid in uw ploeg – met vijf ministers voor mondmaskers – helemaal zoek.

“Ik vind net dat er meer eenheid dan ooit is. Iedereen heeft dezelfde bekommernis: deze crisis onder controle krijgen en ons naar de uitgang leiden. Ik hoor heel veel commentaar van sommige partijvoorzitters, maar ik ben heel tevreden dat we in de crisis meteen met de deelstaten hebben samengewerkt. Hand in hand en met veel wederzijds begrip.”

Deze crisis toont ook dat er misschien toch nagedacht moet worden over onze staatsstructuur?

“Het kan natuurlijk altijd eenvoudiger, maar het is nu niet het goede moment om daarover te spreken. Laat ons daar alsjeblieft mee wachten tot na de crisis. Het is zo al moeilijk genoeg. Trouwens: je mag een staat met gedeelde bevoegdheden nog zoveel gaan vereenvoudigen als je wil – en dat zal op een bepaald moment echt moeten gebeuren – zolang mensen niet willen samenwerken, zal het nooit gebeuren. De sleutel tot succes is de wil om te praten.”

Heeft u uw voorzitter daarvan al overtuigd? Georges-Louis Bouchez wil voor september niet praten over de toekomst van dit land.

“Ons land heeft nood aan een regering met een volwaardige meerderheid. Het zou niet gezond zijn om dat langer dan nodig te laten aanslepen. Wij hebben nu wel het vertrouwen gekregen, maar we moeten niet naïef zijn: dat is enkel gebeurd omwille van de crisis.”

“Ik besef ook wel dat de constructie met volmachten niet getuigt van een sterke regering. Het is democratisch, maar het is een anomalie. Als het in juni niet langer noodzakelijk is, zal ik zelf ook niet om een verlenging vragen.”

Tot september zit u veilig, maar wat daarna? Terug in lopende zaken?

“Ik heb altijd gezegd dat ik voor eind september opnieuw het vertrouwen zou vragen. Als er eerder een volwaardige regering zou zijn, dan zou ik het natuurlijk niet moeten vragen. Daarvoor ben ik absoluut vragende partij. Laat ons alsjeblieft samenwerken aan een sterke regering voor ons land. Maar als een meerderheid vindt dat we opnieuw in lopende zaken moeten, dan zal dat gebeuren.”

U gaat niet zelf proberen een volwaardige regering op de been te brengen?

“Ik denk dat ik vandaag andere dingen te doen heb. Het initiatief is nu aan de partijvoorzitters. De politieke toekomst is belangrijk, maar ik heb andere prioriteiten.”

Maar u zult ook na september nog een belangrijke politieke rol vervullen in dit land?

“Dat is een veronderstelling.”

Een foute?

(lacht) “We weten niet wat er in september zal gebeuren.”

Maar als het van u afhangt, dan blijft u wel een prominente rol opnemen?

“Dat heb ik ook niet gezegd.”

U brengt mij in verwarring. Zet u nu de deur op een kier voor een afscheid?

“Het is te vroeg om al ver vooruit te kijken. Eerst de coronacrisis, mijn persoonlijke toekomst is niet zo belangrijk. Je mag nooit een lijn trekken voor een crisis helemaal voorbij is.”

Lees het artikel in Het Nieuwsblad
FOTO: GEERT VAN DE VELDE