Al meer dan een eeuw wordt 8 maart – de Internationale Dag van de Rechten van de Vrouw – gebruikt om de aandacht te vestigen op sociale, politieke, economische en culturele verwezenlijkingen van vrouwen, en tegelijk gendergelijkheid en de mensenrechten van vrouwen en meisjes te bevorderen. Dat laatste punt is bijzonder relevant in de context van de aanhoudende oorlog in Oekraïne. Waar oorlog woedt, worden mensenrechten al te vaak geschonden. In deze context zijn vrouwen en meisjes bijzonder kwetsbaar. De geschiedenis leert ons dat oorlogen en conflicten zeer vaak het risico vergroten dat zij het slachtoffer worden van oorlogsmisdaden, waaronder vele vormen van geweld, willekeurige executies, verkrachting en mensenhandel.

Sophie Wilmès: “Internationale Vrouwendag is een gelegenheid om de aandacht te vestigen op de precaire situatie van vrouwen en kinderen die Oekraïne ontvluchten, wat ons grote zorgen baart. De grote meerderheid van de mensen die deze oorlog ontvluchten zijn vrouwen en kinderen – dat kon ik gisteren zelf vaststellen aan de grens tussen Polen en Oekraïne. Hun situatie is zeer moeilijk, en naarmate het conflict voortduurt en steeds meer mensen gedwongen worden te vertrekken, zal het risico op geweld tegen hen alleen maar toenemen. België steunt de solidariteitsacties van de buurlanden van Oekraïne en zal steun blijven verlenen.”

In een context van conflict en oorlog mag ook niet worden vergeten dat vrouwen en meisjes niet alleen een verhoogd risico lopen op seksueel en gender gerelateerd geweld, maar dat ze ook als strijders kunnen worden ingezet. Daarnaast worden ze vaak niet of nauwelijks betrokken bij vredesbesprekingen en de voorbereiding van de wederopbouw. Het gevolg is dat hun specifieke noden worden niet gehoord worden, noch in rekening gebracht.

Ludivine Dedonder: “Als minister van Defensie ben ik verheugd dat er binnen mijn departement een kader is waar de gelijkheid tussen vrouwen en mannen een evidentie is. Defensie engageert zich alvast de gelijkheid tussen vrouwen en mannen structureel te blijven toepassen, zowel in haar interne als externe politiek en bij het uitvoeren van haar missies in het binnen- en buitenland. Maar jammer genoeg is dat niet overal het geval. In onzekere tijden, met een oorlog op het Europese continent, moeten we meer dan ooit samen waken over het respect voor vrouwen. De aandacht voor geweld tegen vrouwen – ook tijdens dit vreselijke conflict – mag nooit of te nimmer verslappen. Vrouwen die vluchten in de hoop op een beter leven, of vrouwen die de kans niet hebben gehad om nog te vluchten: ze moeten met rust worden gelaten, net als alle andere vrouwen die tijdens conflicten al te vaak slachtoffer zijn van drieste daden. We moeten daarom volop inzetten op bewustwording van de reële dreiging die uitgaat naar vrouwen, en zelf het goede voorbeeld blijven geven met vrouwen op sleutelposities binnen onze eigen maatschappij en structuren. ”

Meryame Kitir: “Meisjes en vrouwen staan voor enorme uitdagingen vandaag. Vrouwen offeren zich op om hun families een betere toekomst te geven. Jonge meisjes worden kansen ontzien om op te groeien zoals zij dat willen. Dat zien we vandaag zowel dichtbij, in Oekraïne, als in onze partnerlanden. Ik zal ervoor blijven strijden om meisjes en vrouwen gelijke kansen te geven. Ik zal dat doen samen met andere vrouwen én mannen. Want als we effectief meer gelijkheid willen nastreven, dan moeten we er ook voor zorgen dat meer mannen onze bondgenoot worden. Samen met onze lokale en internationale partners zullen we hierop inzetten. Alleen zo kan iedereen, waar ook ter wereld, de kans krijgen om te zijn wie ze willen zijn.

In deze context willen vice-eersteminister Sophie Wilmès en de ministers Ludivine Dedonder en Meryame Kitir het vierde Belgische Nationale Actieplan “Vrouwen, vrede en veiligheid” promoten, dat de federale regering op 25 februari heeft goedgekeurd. Dit plan zal consequent uitvoering geven aan Resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad, met als doel de situatie van vrouwen en meisjes in (post)conflictsituaties te verbeteren.

Concreet voorziet het Actieplan in het blijven ijveren voor een hogere deelname van vrouwen aan diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en defensie, maar ook voor de aanwezigheid van vrouwen aan de onderhandelingstafel. Het Actieplan impliceert ook dat verdragen die de situatie van vrouwen verbeteren en hen empoweren, nageleefd moeten worden. Initiatieven die de toegang tot justitie voor vrouwen en meisjes faciliteren, moeten ondersteund worden.

Een belangrijke rol bij de uitvoering van dit Actieplan, is weggelegd voor de Belgische ambassades en diplomatieke posten, die internationaal reeds bekend staan als sterke pleitbezorgers van vrouwenrechten. Op internationale vrouwendag – maar ook het hele jaar door – zullen zij het Belgische beleid inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen verder actief blijven promoten, onder meer via verschillende evenementen als conferenties, ontmoetingen met studenten, webinars enzovoort.