Elke maand komt het Europees Parlement gedurende vier dagen in plenaire zitting bijeen in Straatsburg. Deze zittingen zijn de hoogtepunten van het parlementaire leven. In de Franse stad vinden de grote actuele debatten en de definitieve stemmingen over wetsvoorstellen plaats. De plenaire vergadering kan worden beschouwd als het sluitstuk van het werk dat in Brussel wordt verricht. Het idee van dit artikel is om u een overzicht te geven van de belangrijkste gebeurtenissen van de week, hun context uit te leggen, ze te analyseren en u te informeren over de belangrijkste stemmingen tijdens deze zitting.
Leestijd: 20 min
Onze jongeren beschermen tegen ontsporingen op sociale media
Sociale netwerken bestaan al sinds het begin van het internet, maar hun aantal, gebruik en impact op ons leven zijn diepgaand geëvolueerd – soms in een verbluffend tempo. In de jaren 1990 en 2000 verliep hun opmars geleidelijk en hun plaats in ons dagelijks leven was nog zeer beperkt: meestal gebruikte men één enkele computer voor het hele gezin. Vandaag bevinden sociale netwerken zich letterlijk binnen handbereik, in onze broekzak via onze smartphones. Dankzij mobiele abonnementen met onbeperkte data is de toegang onmiddellijk, permanent en soms bijna ononderbroken. Dat geldt des te meer voor jongeren: vier op de vijf tieners raadplegen sociale media minstens één keer per uur. Bijna 90% van hen zit op deze platformen, veel meer dan bij oudere generaties (65%).
Natuurlijk mogen we de redenen die jongeren ertoe aanzetten om voortdurend aanwezig te zijn op sociale media niet minimaliseren. Het beantwoordt aan een sterke behoefte aan groepsbinding en sociale bevestiging in een periode waarin ze hun identiteit opbouwen. Maar deze overconsumptie is niet zonder risico. Naast cyberpesten – uitvoerig gedocumenteerd en elke dag bron van menselijke drama’s – begint de wetenschap zich steeds meer te richten op minder gekende schadelijke effecten. Studies tonen steeds vaker gevolgen voor de mentale gezondheid van adolescenten, maar ook voor hun cognitieve en emotionele ontwikkeling.
Sinds 2018 bepaalt de Europese privacywet (GDPR) in artikel 8 dat een kind zich niet mag inschrijven of gebruikmaken van een onlinedienst die gegevens verzamelt, zoals sociale netwerken, zonder toestemming van de ouders, zolang het niet een bepaalde minimumleeftijd heeft bereikt. Die leeftijd is standaard 16 jaar (maar lidstaten mogen die verlagen tot 13, zoals België heeft gedaan). Zonder een minimum aan gegevens is het onmogelijk een profiel aan te maken op een sociaal netwerk. Maar hoewel de intentie goed was, beperkt de regelgeving zich tot de verwerking van persoonsgegevens en gaat ze voorbij aan fundamentele zaken zoals inhoud, schermgebruik, bepaalde gedragingen en de daaraan verbonden risico’s. Artikel 8 werd dus snel ingehaald door de realiteit. In de onlinewereld verandert alles razendsnel – soms ten slechte.
Er zijn talloze gevaarlijke praktijken waarbij jongeren vandaag worden blootgesteld: algoritmen en verslavende functies die aanzetten tot onder meer doomscrolling; gerichte en soms misleidende reclame; kidfluencing; de toename van gezelschapschatbots; deepfakes; en het gebruik van AI voor het creëren van ongepaste content (bijv. pornografisch). Deze lijst is niet volledig, maar wel zeer verontrustend. Daarom ben ik blij dat het Parlement voorstelt om een strengere regel in te voeren die de minimumleeftijd in de hele EU op 16 jaar vastlegt voor toegang tot sociale netwerken, videodeelplatforms en chatbots.
Zoals vandaag stellen we niet een leeftijd van toegang vast, maar een leeftijd voor toestemming – en dat laat te veel ruimte voor omzeiling. Het Parlement vraagt dus om een striktere toegang tussen 13 en 16 jaar: jongeren in deze groep hebben ouderlijke toestemming nodig, die effectief door de platformen moet worden gecontroleerd via sterke verificatiesystemen. Niet langer gewoon een vakje aanvinken dat vertrouwt op de goede trouw van gebruikers.
Dit is een eerste stap. Zelf pleit ik voor een nog sterkere maatregel: een echte “digitale meerderjarigheid” op 15 jaar. Onder deze leeftijd zou het onmogelijk zijn zich op sociale media in te schrijven.
In de echte wereld stelt de samenleving duidelijke, tijdelijke regels voor minderjarigen in, tot aan hun meerderjarigheid: denk aan alcohol- en tabaksconsumptie, autorijden of toegang tot nachtclubs. Die verboden bestaan niet voor het plezier; ze beschermen jongeren. Soms gaat het om volksgezondheid, soms om hun wettelijke verantwoordelijkheid. Waarom zou dat anders zijn in de digitale ruimte? De gevaren zijn er even reëel. Het is een strijd die ik op Europees niveau zal blijven voeren. Bovendien blijft het essentieel druk uit te oefenen op de digitale giganten om hun verantwoordelijkheid te nemen.
EUDR: uitstel en herziening voor een betere toepassing
Vandaag bedekken bossen een derde van het landoppervlak van de planeet. Hun ecologische rol is fundamenteel, onder meer voor de biodiversiteit, maar ze zijn ook essentieel voor de economie en een bondgenoot in de strijd tegen de klimaatverandering, omdat ze fungeren als koolstofputten. Het goede nieuws: de wereldwijde ontbossing is gedaald in de laatste tien jaar, al blijft ze een grote uitdaging.
In 2023 heeft de EU daarom een verordening aangenomen (EUDR) om strengere controle in te voeren op producten die op de Europese markt worden gebracht en zo de invoer te beperken van producten die bijdragen aan ontbossing wereldwijd. Kort gezegd verplicht de verordening importerende bedrijven om de herkomst van bepaalde producten (chocolade, koffie, soja, enz.) te verifiëren en transparant een hele reeks informatie over hun productie bij te houden.
De verordening had vorig jaar moeten ingaan, maar werd op vraag van de Commissie al met één jaar uitgesteld, zodat bedrijven zich konden voorbereiden. Dat uitstel was volgens mij gerechtvaardigd, maar op één voorwaarde: dat de tekst niet werd gewijzigd.
Enkele maanden geleden vroeg de Commissie opnieuw om extra uitstel, ditmaal in de vorm van een “grace period” van zes maanden voor grote ondernemingen en een effectief uitstel van zes maanden voor de kleinere, omdat het informaticasysteem dat de aangiften moet ontvangen nog steeds niet operationeel is. Is het technische platform het echte probleem? Of zijn we opnieuw verstrikt geraakt in bureaucratische complexiteit? Ik vraag het me af.
We hebben besloten de positie van de Raad te volgen en een uitstel van één jaar te steunen voor middelgrote en grote ondernemingen, tot 30 december 2026. De kleinste ondernemingen zouden onder het systeem vallen vanaf 30 juni 2027, strenger dan de door de Commissie voorgestelde “grace period” zonder sancties.
Bovendien steunden we de toevoeging van een herziening in april 2026, met als doel de administratieve lasten zoveel mogelijk te verlichten, zonder de kern van de regelgeving uit te hollen. Want regelgeving heeft enkel zin als ze uitvoerbaar is op het terrein.
De Hongaarse regering kan niet langer vrijuit gaan
Tijdens deze sessie heeft het Parlement ook een nieuw voorlopig verslag aangenomen over de situatie in Hongarije en de voortdurende schendingen van de Europese waarden. Ik heb dit verslag zelf onderhandeld namens mijn politieke groep.
Vanaf mijn aankomst in het Europees Parlement heb ik me volledig ingezet voor de verdediging van onze waarden, in het bijzonder de rechtsstaat. Deze principes, fundamenten van de liberale democratie, mogen geen woorden op papier blijven: ze moeten concreet worden toegepast. Vrije, verantwoordelijke burgers die gelijk zijn voor de wet. En de rechtsstaat garandeert dat niemand boven de wet staat.
Deze waarden zijn vastgelegd in artikel 2 van onze Verdragen. Geen verrassing dus: elk land dat ervoor koos de EU te vervoegen, wist waarvoor het tekende. De EU is niet enkel een economische marktunie, maar ook een waardengemeenschap.
In 2018 vroeg het Parlement – moedig – de Raad om de eerste stap van artikel 7 van het Verdrag betreffende de EU te activeren. Artikel 7 voorziet twee mechanismen: een eerste stap om ernstige schendingen te beoordelen en te voorkomen (par. 1) en een tweede om te sanctioneren (par. 2 en 3), tot en met het opschorten van bepaalde rechten.
Sindsdien is er nauwelijks vooruitgang geboekt. De instellingen hebben het absolute minimum gedaan: een paar hoorzittingen met de Hongaarse vertegenwoordiging, zonder dat er wezenlijke vooruitgang werd geboekt. Integendeel: in zeven jaar is de situatie er op alle vlakken op achteruitgegaan, zoals ik zelf kon vaststellen tijdens de LIBE-missie in april 2025.
Daarom vragen we in 2025, gezien de stilstand, om naar de volgende fase te gaan: sancties.
Niet uit voldoening – integendeel. Ik had liever gehad dat dit verslag niet nodig was geweest. Maar Hongaarse burgers hebben het fundamentele recht op respect voor hun vrijheden. Het negeren van hun rechten verzwakt die van alle Europeanen.
Het verslag bevat twee belangrijke punten:
- de opname van het Europees Semester-voorstel, dat ik al lang verdedig;
• en een amendement dat ik heb ingediend over het gebruik van AI als desinformatie-wapen.
Tijdens de verkiezingscampagne publiceerde een naaste van premier Orbán een deepfake-video van oppositieleider Péter Magyar die zogenaamd bezuinigingen op pensioenen aankondigde – uitspraken die hij nooit heeft gedaan. Dit soort manipulatie is een gevaar voor eerlijke verkiezingen. Vrije verkiezingen betekenen niet enkel het recht om te stemmen, maar ook het recht om correct geïnformeerd te worden.
Vandaag kan Hongarije worden omschreven als een illiberaal regime: de façade van een democratie blijft aanwezig, maar de tegenmachten worden systematisch verzwakt. Dit model staat haaks op dat van de liberalen.
Shein en het respecteren van de wet
Shein, symbool van ultra fast fashion, produceert en verkoopt kleding in extreem hoog tempo en tegen zeer lage prijzen. Het merk is overal onderwerp van gesprek, ook in het Europees Parlement. Ik maak mij grote zorgen over dit bedrijfsmodel en consumptiesysteem, zeker gezien de moeilijkheden die onze handelaars ondervinden.
Maar wat mij echt geschokt heeft, is de recente vrije verkoop op het platform van sekspoppen die een kind voorstellen. Deze affaire toont ernstige tekortkomingen aan in het toezicht op platformen die in strijd handelen met EU-wetgeving. En het blijft niet beperkt tot dit voorval: andere illegale producten worden soms ook probleemloos online verkocht, zoals wapens.
Ik zet mij al lang in voor een strikte toepassing van onze regelgeving, waaronder de DSA en DMA. Maar ik stel vast dat onderzoeken van de Commissie tegen grote digitale platformen traag verlopen – misschien omdat de conclusies zouden leiden tot acties die de Commissie liever vermijdt. Platformen passen zich razendsnel aan; wij moeten dat ook. Daarom pleit ik er samen met collega’s voor dat niet-conforme platformen tijdelijk kunnen worden gesloten bij problemen – sneller en doeltreffender dus.
Dat is vooruitgang, maar niet voldoende. We moeten breder nadenken over de economische en maatschappelijke modellen achter bedrijven zoals Shein, een reflectie die we voorzichtig zijn begonnen met de invoerheffing op kleine pakketten uit derde landen.
Meer informatie vindt u op de website van het Europees Parlement.