Alleen het gesproken woord telt.

 

Nationale Veiligheidsraad 23.09

 

Dank u meneer de voorzitter.

 

Eerst en vooral vind ik het echt verbazingwekkend dat voor sommigen taalfouten de grootste bekommernissen zijn in plaats van te spreken over de ernst van de situatie.

Maar “c’est pas grave” zoals we zeggen in het Frans.

 

Heel Europa wordt effectief geconfronteerd met een heropflakkering van de epidemie. En ook in België is de toestand ernstig. Het aantal besmettingen neemt toe. En het aantal ziekenhuisopnames ook.

We weten bovendien dat de situatie snel kan verslechteren. We moeten dus proactief optreden om te vermijden dat we later veel strengere maatregelen moeten opleggen.

Proactief optreden betekent ten allen tijde de ruggengraat van alle andere regels, namelijk de zes gouden regels, naleven. Het belang van deze zes gouden regels wordt soms onderschat. Het is niet omdat we die regels al lang geleden hebben voorgesteld, dat ze niet meer een van de belangrijkste sleutels – een van de belangrijkste, niet de enige – vormen voor de bestrijding van de epidemie.

We gaan nog vele maanden zonder een vaccin moeten leven. We moeten dus een evenwicht vinden tussen een mogelijk nieuw leven met een soort terugkeer naar het vroegere normaal, zowel op sociaal als op economisch vlak, en de noodzaak om eenieders gezondheid te beschermen. Het is om dat evenwicht te garanderen, dat wij allemaal samen, alle beleidsniveaus, de experten, de gezondheidswerkers en de sectoren, sinds het begin van de crisis onophoudelijk en vastberaden aan het werken zijn. Samen, dat betekent ook samen met de bevolking die heeft haar moed en aanpassingsvermogen duidelijk heeft laten zien.

We hebben aan de experten van Celeval gevraagd om aan deze nieuwe benadering te werken. Een benadering die de bescherming va de gezondheid van onze medeburgers combineert met maatregelen die voor iedereen haalbaar moeten zijn.

De experten hebben de voorbije weken heel hard gewerkt – ik bedank ze daarvoor – om de contouren van dit nieuwe leven en de bijbehorende beperkingen te schetsen.

Het doel is om de regels en de beperkingen te laten evolueren in functie van de epidemiologische situatie, met nationale, regionale of provinciale varianten. De aanpak waarop Celeval heeft gewerkt moet nog worden aangevuld en verder worden doorgesproken en is daarom in dit stadium nog niet gevalideerd. Ik kom er nog op terug.

De NVR van gisteren heeft zich dus gebaseerd op de elementen in het verslag van Celeval die voldoende uitgewerkt waren om tot beslissingen te leiden, te weten de kwestie van het mondmasker, de organisatie van professionele evenementen en de sociale contacten. Over de andere aspecten moet nog verder worden gediscussieerd.

De beslissingen die gisteren in de NVR werden aangekondigd zijn gebaseerd op de huidige epidemiologische situatie. We hebben de huidige regels – in tegenstelling tot wat sommigen beweren – niet buitensporig versoepeld. De beslissingen over de huidige epidemiologische situatie zijn effectief gebaseerd op de adviezen van de experten.

Wat het mondmasker betreft, hebben we herinnerd aan het belang van de basisregel die erin bestaat dat het dragen van een mondmasker verplicht is als de veiligheidsafstand niet kan worden gegarandeerd. Een mondmaskerplicht in open lucht, altijd en overal, heeft echter geen nut en vermindert het draagvlak bij de bevolking, terwijl de situatie dit niet rechtvaardigt. Dat noem ik geen versoepeling.

Wat de professioneel georganiseerde evenementen betreft, krijgen de organisatoren van huwelijksfeesten of soortgelijke evenementen nu de kans om te werken in dezelfde omstandigheden – onder dezelfde voorwaarden die reeds bestaan – als de horeca. We weten nu dat het mogelijk is om veilig te werken als de strenge regels die voor de horecasector gelden, worden nageleefd.  En het was belangrijk om deze harmonisering door te voeren. Het gaat niet om een versoepeling, maar om een harmonisering, die hoogst noodzakelijk was opdat de sector kan overleven. Er is geen reden om deze organisatoren anders te behandelen dan de anderen.

Maar het werk is niet gedaan. De bestaande protocollen moeten worden verbeterd en er moet ook overleg komen tussen Celeval, de evenementensector, de sector van het uitgangsleven bijvoorbeeld en alle andere sectoren die onderworpen zijn aan te strikte voorwaarden. We moeten ook iedereen die zwaar getroffen wordt door de crisis, perspectieven kunnen bieden.

 

Ook over de kwestie van de sociale contacten is veel gediscussieerd. We hebben gisteren in de Nationale Veiligheidsraad beslist om de mogelijkheden om sociale contacten te hebben voor iedereen aan te passen om de regel draaglijker te maken.

Beter een iets soepelere regel die door veel mensen wordt nageleefd dan een te strenge regel waar niemand achter staat. Het is net dat wat de mensen verweten aan de fameuze sociale bubbel en wat we dus hebben aangepast.

Deze benadering wat de sociale contacten betreft, kan steeds worden bijgesteld. Het is belangrijk om daaraan te herinneren. Ze zal ongetwijfeld evolueren in functie van de epidemiologische situatie. Hoe ernstiger de gezondheidssituatie, hoe meer het aantal aanbevolen sociale contacten zal worden beperkt.

En ik kan u nu al zeggen dat het risico heel groot is dat we op korte termijn met meer beperkingen zullen komen. Want inderdaad, de evolutie van de gezondheidssituatie in ons land is niet voordelig. Maar vandaag, met de situatie van vandaag, kunnen wij inderdaad de regel van nauw contact met maximum 5 personen invoeren.

Het is ook belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt om verdere beperkingen in de toekomst te voorkomen.

Zoals ik u net heb gezegd, zal de evolutie van de maatregelen afhangen van de ontwikkeling van de epidemiologische situatie. En deze evolutie wordt bepaald door een aantal factoren, maar vooral door het aantal ziekenhuisopnames. Al deze indicatoren samen vormen wat ik “de epidemiologische barometer” heb genoemd.

Deze barometer maakt het voor iedereen mogelijk om na te gaan hoe de epidemiologische situatie in het land, in een bepaalde regio of provincie, er voor staat, en stelt ons in staat om de huidige maatregelen af te stemmen op de ontwikkeling van de situatie.

Dit werk kon nog niet worden afgerond maar zal in de komende dagen worden voltooid.

Er stellen zich nog steeds een aantal problemen: de regels zijn nog niet helemaal afgestemd; zoals ik al zei moet er nog steeds overleg worden gepleegd; het model zelf moet worden bijgesteld om bijvoorbeeld voor de steden met een groot aantal ziekenhuizen rekening te houden met de woonplaats van de patiënten; en tot slot moeten we ervoor zorgen dat de overgangen van de ene fase naar de andere niet te snel op mekaar volgen en er dus een zekere mate van voorspelbaarheid is.

De huidige barometer is gebaseerd op een kleurcode. In ons land, en in Europa in het algemeen, zijn er al veel kleurcodes. Het is dus ook belangrijk om te zorgen voor een zo groot mogelijke harmonisatie om verwarring te vermijden, ook al weten we dat dit geen gemakkelijke taak is.

Het belangrijkste punt inzake de barometer is om de grootste aspecten van onze samenleving te kunnen voorzien onder de verschillende niveaus van die barometer. Zo kunnen mensen weten wat ze mogen verwachten. En dit werk moet nog gebeuren.

Er waren ook een paar vragen over de communicatie die ik graag nog zou aankaarten of ook wat de autoriteiten nog moeten doen.

 

Wat de communicatie betreft, deze is inderdaad van fundamenteel belang. En het is waar dat er vandaag verschillende dingen zijn die de communicatie belemmeren. De eerste is dat, laten we eerlijk zijn, de regels mettertijd zijn geëvolueerd, en dat vraagt dus telkens dat de bevolking zich aan een nieuwe regel aanpast. Het is ingewikkeld, en natuurlijk moeten we elke keer als er iets wordt ingevoerd, herhalen en herinneren, opnieuw en opnieuw.

En het is waar dat wanneer sommigen zeggen “dit is beter of dit is slechter”, dat eigenlijk de dingen nog moeilijker maakt. Maar dat neemt niet weg dat het debat gezond is in een democratie.

Aan de andere kant denk ik dat het onontbeerlijk is om te weten en te onthouden dat de zes regels in ieder geval moeten worden gerespecteerd.

Sommigen zeggen: “U legt de schuld bij de bevolking”. Dat is niet waar. Het is teamwork. Teamwork tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus, teamwork tussen de overheden en de bevolking. En iedereen moet zijn deel van het werk doen.

En ik ben het eens met de vraag van mevrouw Fonck over testen. U heeft kunnen vaststellen dat er gisteren in de Nationale Veiligheidsraad veel over de eerste lijn werd gepraat. Want het is de eerste lijn die zich vandaag het meeste zorgen maakt over het aantal tests, het aantal resultaten. Er is nog veel werk aan de winkel.

En dan was er nog een vraag die niet helemaal bij het onderwerp aansluit. Het is waar dat deze crisis duidelijk grote sociale, economische en gezondheidsgevolgen heeft. Waarschijnlijk nog meer in de toekomst. Deze regering moet dit ernstig nemen. Maar, ik heb het al duizend keer gezegd, het moet vooral ernstig worden genomen door een toekomstige regering met een meerderheid in deze assemblee, wat ik van harte wens. En wat de verdeling van de postjes betreft, denk ik zoals steeds dat we ons moeten blijven concentreren op de inhoud, terwijl ik u alleen maar hoor praten over de postjes.

 

Ik dank u.

 

Brexit

 

Bedankt meneer de voorzitter.

 

De overgangsperiode waarin het terugtrekkingsakkoord voorziet, loopt af op 31 december aanstaande. Een eventuele verlenging ligt op dit moment niet ter discussie, om ieders voorbereidingen niet te belemmeren.

Toegegeven, het tijdschema is krap, maar de Europese Unie werkt onvermoeibaar voort. Over kwesties die voor de Europese Unie van groot belang zijn – het level playing field, u heeft dat al aangekaart, maar ook de visserij – zijn er nog steeds knelpunten.

Als de houding van het Verenigd Koninkrijk zou veranderen, is het nog steeds heel goed mogelijk om medio oktober een overeenkomst te sluiten. Zo niet, dan zullen de verschillende opties moeten worden geanalyseerd tijdens de Europese Raad van 15 oktober. Maar we zijn nog niet zover.

 

België heeft altijd gepleit voor een gezamenlijke Europese aanpak en een zo ambitieus mogelijk akkoord.

Het is belangrijk dat de Europese Unie niet in de val trapt de onderhandelingen te willen beëindigen. Het is ook belangrijk dat we niet verdeeld raken. Wij, alle lidstaten, moeten rustig en eensgezind achter hoofdonderhandelaar Michel Barnier blijven staan.

 

Overeenkomstig de conclusies van de buitengewone Europese Raad van juli 2020 moet de Europese Commissie uiterlijk in november een voorstel doen over het Brexit Adjustment Reserve.

Dat het er komt, is een goeie zaak, want het Reserve was oorspronkelijk niet voorzien in de onderhandelingen. Mede door ons land is het er gekomen.

De Europese Raad heeft bepaald dat het bedrag van dit fonds jammer genoeg niet mag stijgen, ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen. Wat nu belangrijk is, is ervoor te zorgen dat het voorstel van de Europese Commissie daadwerkelijk aan onze behoeften voldoet en dat we de best mogelijke toegang krijgen tot de middelen in het Fonds.

Met dit in het achterhoofd worden de relevante criteria voor België intern besproken, uiteraard in overleg met de deelstaten, in de organen die daarvoor zijn voorzien.

 

En wat betreft de steun aan de bedrijven. Natuurlijk hebben we hier heel veel over gesproken tijdens de onderhandelingen van het financiële kader waaruit het Reserve fonds is gekomen. Maar dat zal niet genoeg zijn en we zullen nog moeten zien hoe dit fonds verdeeld zal worden en aan wie het geld uitgegeven zal worden.

Op federaal niveau moet u ook weten dat we natuurlijk zullen proberen om alle bedrijven te steunen. Maar dat is meestal ook een bevoegdheid van de regio’s. En wat ook heel belangrijk is, is goed te beseffen dat we ons in coronatijden bevinden en dat heel veel bedrijven buiten de Brexit om, getroffen zullen worden op economisch vlak. Dus het zal heel moeilijk zijn om een onderscheid te maken tussen de bedrijven die getroffen worden alleen maar door de Brexit of alleen maar door corona. En ik denk dat in het huidige tijdskader, het belangrijk is dat we proberen om alle bedrijven te helpen. Dat is het belangrijkste punt dat ik graag zou aankaarten op het federale niveau en zeker ook met de regionale bevoegdheden.