Alleen het gesproken woord telt.

 

Exit uit de crisis en perspectief voor de evenementensector

 

Dank u meneer de voorzitter.

 

Zoals ik al meermaals heb aangegeven is de exit een nooit geziene, complexe en geleidelijke oefening waarbij een evenwicht moet worden gevonden tussen het verlangen en de behoefte om opnieuw een normaal leven te kunnen leiden, enerzijds, en de gezondheidsvereisten, anderzijds.

Sommige sectoren kunnen door de aard zelf van hun activiteiten jammer genoeg niet op hetzelfde moment heropstarten als andere.

En er is vandaag al enkele perspectieven gegeven, ook voor de evenementensector. Ik denk bijvoorbeeld aan de optredens met publiek, die vanaf 1 juli mogelijk zullen zijn in aanwezigheid van maximum 200 personen, of aan de bijeenkomsten zoals kermissen en dorpsfeesten, die vanaf 1 augustus weer mogen plaatsvinden.

Massa-evenementen blijven echter inderdaad verboden tot en met 31 augustus, zoals we vanaf het begin hebben gezegd.

Dit gezegd zijnde, we zijn ons ervan bewust dat er tussen evenementen die beperkt zijn tot 200 personen en massa-evenementen een hele reeks manifestaties zitten waarvoor er nog duidelijke vooruitzichten moeten worden gegeven.

En het is in dit kader dat de experten momenteel werken aan een veiligheidsmatrix – het Event Risk Model – die organisatoren van evenementen in staat zal stellen om na te gaan of een evenement al dan niet mag plaatsvinden en onder welke omstandigheden. Deze matrix wordt zo vlug mogelijk online gezet.

En inderdaad, dit moet nog besproken worden in de Veiligheidsraad.

 

Tegelijkertijd is het Overlegcomité gisteren nogmaals bijeengekomen, zoals we vaak doen, om het herstel te organiseren van de sectoren die nog in lockdown zijn. Er staan uiteraard nog andere vergaderingen gepland voor de komende dagen.

De bevoegde ministers zijn bovendien verantwoordelijk voor het opstellen van protocollen met de betrokken sectoren om een veilige hervatting te garanderen. En deze protocollen zullen, zoals elke keer het geval is geweest, moeten worden gevalideerd door de GEES.

Minister Ducarme heeft vanmorgen nog een ontmoeting gehad met de vertegenwoordigers van het verbond van organisatoren en leveranciers van evenementen om samen met hen te werken aan een exitprotocol dat alle nodige dimensies omvat: veilige ontvangst van klanten, optimale gezondheids- en veiligheidsomstandigheden voor het personeel, richtlijnen voor de organisatoren.

Ik besef dus dat dit een moeilijke situatie is voor veel mensen die nog steeds wachten. Evenementen vragen altijd, of toch vaak, om een organisatie van verschillende weken of zelfs maanden op voorhand. Ik herinner u er echter aan dat we waakzaam moeten blijven ten aanzien van het virus en de evolutie ervan. De gezondheid moet de prioriteit blijven. En het is waar dat het vandaag de dag heel moeilijk is om nu al te anticiperen op hoe de gezondheidssituatie over 2 of 3 maanden zal zijn.

Om de sector te steunen, wil ik er ook op wijzen dat er al veel maatregelen zijn genomen in het kader van het plan voor sociale en economische bescherming.

En zoals u weet, is de Kern uitgebreid met de politieke formaties die de regering het vertrouwen hebben gegeven, en dat is een onderscheid dat nu moet worden gemaakt, afgelopen vrijdag samengekomen om een akkoord te bereiken over een reeks aanvullende steunmaatregelen, waarvan u de maatregel betreffende de 100% aftrekbaarheid heeft genoemd.

Er was ook een maatregel, een vraag over de limiet. Er is een maximumgrens, dat klopt, die in juli op 200 lag. De matrix zal ons helpen om te beoordelen of we die limiet nog steeds kunnen aanhouden. Ik moet zeggen dat de discussie nog steeds gaande is. Er ligt nog niets vast en de uiteindelijke beslissing zal, zoals elke dag, zoals dat altijd zo is geweest sinds het begin, worden genomen op basis van een gedetailleerd advies van de GEES over de vraag of het al dan niet nodig is om een limiet te handhaven voor bijvoorbeeld augustus of september, maar ook over de eisen op het terrein. Zoals ik altijd heb gezegd, blijft dit absoluut de prioriteit, het vrijwaren van de gezondheid van onze medeburgers.

 

Ik dank u.

 

De Belgische bijdrage aan het Europees herstelfonds

 

Dank u meneer de voorzitter.

 

Ja inderdaad. Er waren veel mensen aanwezig tijdens het Commissie-debat. Het was een heel interessant debat, een echt debat. Dus ook met verschillende standpunten die konden worden uitgewisseld.

Vlaams Belang heeft niet de beleefdheid gehad om te komen. En inderdaad, er was daar de mogelijkheid om vragen te stellen.

Er is inderdaad geen bijkomende informatie ten opzichte van een actualiteitsdebat. Dus ik verwijs naar het debat in de Commissie.

 

Algemeen beheer van de COVID-crisis door België in vergelijking met andere OESO-landen

 

Dank u meneer de voorzitter.

 

Er zijn inderdaad al heel wat artikelen en studies geweest, die niet allemaal tot hetzelfde resultaat leiden, de conclusies zijn soms tegengesteld.

Zoals u al zei, is de klassering in kwestie opgemaakt door drie “risicofactoren” in aanmerking te nemen: de incidentie van obesitas, het percentage ouderen in het land en het aantal aanwezige internationale reizigers.

En deze drie risicofactoren zijn gerelateerd aan drie “responskwaliteit”-indicatoren, namelijk het aantal tests, de beschikbaarheid van de gezondheidszorg, zoals u ook zei, en het sterftecijfer. Het eerste belangrijke element in het totale resultaat is dat het sterftecijfer vier keer meer doorweegt dan alle andere factoren. Let vooral op dit punt.

Dus hoewel onze score voor de indicatoren met betrekking tot het aantal testen en de beschikbaarheid van gezondheidszorg in België goed tot zeer goed is, heeft het feit dat we een hoog sterftecijfer hebben inderdaad een grote invloed op ons eindresultaat.

Ik heb nog geen tijd gehad om de hele methodologie te ontleden, het is altijd de moeite waard om de bronnen en methodologieën te bekijken.

Maar in ieder geval kan ik u nu al zeggen dat België inderdaad vaak met de vinger is gewezen wat betreft het aantal sterfgevallen die zich hebben voorgedaan. En als we de officiële cijfers vergelijken, heeft België inderdaad een hoger aantal sterfgevallen per miljoen inwoners.

De manier waarop de sterfgevallen worden geteld is echter van fundamenteel belang, want we weten dat niet alle landen het aantal sterfgevallen op dezelfde manier tellen.

Zo worden in sommige landen alleen de sterfgevallen in ziekenhuizen geteld en dus niet die in rusthuizen. In andere landen worden alleen die sterfgevallen die door een test zijn bevestigd, in de officiële gegevens opgenomen, dus niet de mogelijke gevallen. En in nog andere landen worden ze wel in de normale telling opgenomen, maar pas later, waardoor geen rekening wordt gehouden met de sterfgevallen die zich eerder hebben voorgedaan.

In België hebben we rekening gehouden met zowel de sterfgevallen in ziekenhuizen, de sterfgevallen in rusthuizen, de bevestigde Covid-sterfgevallen als de mogelijke Covid-sterfgevallen. In totaal zijn er volgens de laatste cijfers in België 4 710 sterfgevallen in de ziekenhuizen, waarvan 95% daadwerkelijk is bevestigd, en 4 849 sterfgevallen in de rusthuizen, waarvan 27% is bevestigd.

En ik herinner eraan dat de WHO en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding België ook hebben gefeliciteerd met de transparante manier waarop ons land melding maakt van de Covid-sterfgevallen en ze hebben andere landen uitgenodigd om hier een voorbeeld aan te nemen.

Deze volledige en transparante manier van het melden van sterfgevallen mag echter niet leiden tot overhaaste conclusies die ons onterecht bij de slechte leerlingen van de klas zouden indelen en tot verkeerde conclusies zouden leiden.

Bovendien weten we dat de verspreiding van het virus sterk samenhangt met de dichtheid van het land, de bevolkingsdichtheid van het land. Het heeft dus weinig zin om België te vergelijken met andere landen die veel minder dichtbevolkt zijn. U had het over Australië en Nieuw-Zeeland. Het doet me persoonlijk altijd plezier wanneer u het over Australië heeft. Maar ik heb het land bezocht en ken het via andere manieren en ik kan u garanderen dat Australië een veel minder dichtbevolkt land is dan België.

Het zou veel relevanter zijn om België te vergelijken met vergelijkbare Europese regio’s in termen van omvang en aantal inwoners. Kortom, om landen goed te kunnen vergelijken, moeten we vergelijken wat vergelijkbaar is, namelijk de oversterfte – die niet afhankelijk is van het telsysteem – in relatie tot de bevolkingsdichtheid. En in dit geval kan België allesbehalve met de vinger worden gewezen.

Betekent dat dat het crisisbeheer perfect was? Dat is niet wat ik bedoel. Maar ik zeg alleen maar dat je altijd heel voorzichtig moet zijn met studies, je moet achter de methodologie en de bronnen kijken om te voorkomen dat je conclusies trekt die rampzaliger zijn dan de werkelijkheid.

En ik sluit af met een woord, mijnheer de voorzitter, we hebben het over doden, we hebben het over statistieken. Achter die statistieken gaan levens schuil, families die rouwen, mensen die verdrietig zijn omdat ze hun geliefden hebben verloren.

En ik denk niet dat we deze kwestie kunnen beëindigen zonder er steeds opnieuw over na te denken.

 

Dank u wel.