Alleen het gesproken woord telt.

 

Het regeringsbeleid bij de start van het politieke jaar

 

Dank u meneer de voorzitter.

Ik zal uiteraard antwoorden op alle vragen terwijl er ook nog heel veel gedebatteerd zal worden in de volgende uren. Daar ben ik van overtuigd. Het is ook heel gezond voor de democratie. Ik heb hier geen probleem mee.

Ik heb me geëngageerd inderdaad om te werken binnen het vertrouwen en de krijtlijnen die in de vertrouwensstemming van maart zijn vastgelegd, namelijk het aanpakken van de crisis. Voor zaken die buiten deze crisis vallen, gaan we niet buiten de perimeter van de lopende zaken.

Dit betekent dat als, als, het parlement er zo over beslist, we zullen blijven werken binnen dezelfde perimeter onder het control van het Parlement. Dat is inderdaad op basis van respect voor het parlement, het volledige parlement.

Zoals u weet is er volgende week een belangrijke Nationale Veiligheidsraad voorzien. Het blijft inderdaad heel belangrijk dat we blijven werken aan het beheer van de pandemie.

Het blijft ook heel belangrijk dat de federale niveau goed blijft samenwerken met de deelstaten om de uitdagingen van de crisis zo goed mogelijk aan te pakken.

Deze vraag zal later vandaag zeker nog heel breed behandeld worden. Dat zal zeker nog leiden tot een heel interessant debat. Want dat is inderdaad een signaal van democratie. En dat is inderdaad een teken van respect voor het parlement.

 

De Europese klimaatambities

 

Dank u meneer de voorzitter.

Dank u meneer Delvaux voor uw vraag.

Gisteren heeft Ursula von der Leyen in het Europees Parlement haar visie uiteengezet in haar toespraak over de staat van de Europese Unie.

Voorzitster von der Leyen kondigde een reeks voorstellen aan op een aantal gebieden, waaronder gezondheid, economie, digitale technologie en de rechtsstaat.

Eén van de kernvoorstellen is om de doelstelling voor de vermindering van de broeikasgasuitstoot te verhogen tot ten minste 55% tegen 2030, in plaats van de huidige doelstelling van 40%.

De Commissie is op basis van een uitgebreide impactstudie van mening dat de Europese industrie in staat moet zijn om deze ambitieuze doelstellingen te verwezenlijken.

Ze is ook van mening dat dit de voorbeeldpositie van de EU bij het naleven aan de criteria van het Akkoord van Parijs zou versterken en de Unie goed op weg zou zetten om koolstofneutraliteit te bereiken.

De lidstaten zullen uiteraard de mogelijkheid krijgen om dit voorstel te bestuderen en hun standpunt kenbaar te maken. De kwestie zal eerst aan bod komen tijdens de Europese Raad van oktober.

België steunt de huidige doelstelling om de broeikasgasuitstoot met 40% te verminderen. België heeft, net als bijna alle andere lidstaten, tijdens de Europese Raad van december 2019 zijn steun uitgesproken voor de doelstelling van koolstofneutraliteit tegen 2050.

Uw vraag is, is ons land klaar.

De doelstellingen inzake koolstofneutraliteit voor België moeten door alle beleidsniveaus worden bereikt. Het standpunt van België ten aanzien van het nieuwe voorstel van de Commissie zal daarom worden bepaald in de coördinatieorganen van de DGE, waar de federale en de deelgebieden zijn vertegenwoordigd.

Hopelijk wordt er heel binnenkort een meerderheidsregering gevormd  die het standpunt van het federale niveau en de deelstaten zal kunnen bepalen.

 

Verdeling EU-middelen van het Europees herstelfonds

 

Dank u meneer de voorzitter.

Mijnheer Loones,

De buitengewone Europese Raad die plaatsvond van 17 tot en 21 juli heeft in het kader van de Next Generation EU een begroting van 750 miljard euro beschikbaar gesteld om het herstel in de komende jaren te financieren waaronder 312,5 miljard in de vorm van rechtstreekse subsidies.

70% van de subsidies zal in 2021 en 2022 (uiterlijk 31 december 2022) worden vastgelegd en de resterende 30% zal in 2023 worden vastgelegd.

Op basis van de huidige formules zou België een bedrag van ongeveer 5,15 miljard moeten ontvangen.

Dit is iets meer dan wat in mei werd aangekondigd toen een bedrag van 4,82 miljard werd verwacht.

De parameters gebruikt om deze bijdrage te bepalen, hebben we tijdens de onderhandeling in ons voordeel kunnen veranderen.

En ik herinner eraan dat we toen hierover een discussie hebben gehad in de Commissie.

Deze cijfers zijn wel niet helemaal definitief, aangezien de berekening van de tweede schijf van 30% afhankelijk is van de groei in 2020-2021.

De Commissie kent de enveloppe toe op het niveau van de lidstaat. Het is dus aan de federale, gewestelijke en gemeenschapsregeringen om de verdeelsleutel voor deze enveloppe te bepalen.

Dit zal dan ook een belangrijk discussiepunt zijn voor de volgende federale regering.

Tot slot wil ik erop wijzen dat de lidstaten, om van deze middelen te kunnen genieten, om nationale plannen voor herstel en veerkracht voor de jaren 2021 tot 2023 moeten indienen.

Deze plannen kunnen vanaf 15 oktober 2020 tot uiterlijk 30 april 2021 worden ingediend.

België moet dus slechts één plan indienen. Hierin zal dus rekening moeten worden gehouden met de vragen en oriëntaties van de verschillende regeringen, ook van de deelstaten.

Met name in de nationale plannen voor herstel en veerkracht zal duidelijk moeten worden gemaakt hoe  er wordt tegemoetgekomen aan de specifieke uitdagingen van het land die tijdens het Europees semester zijn vastgesteld.

Nu moet ik zeggen, ik ben een beetje verbaasd met de toon van uw vraag. Want wij hebben een prebriefing gehad, een debriefing gehad. U heeft alle mogelijkheden gehad om erover van gedachten te wisselen. En u heeft dat gedaan, we hebben een grondige discussie gehad over de Europese Top en dat was heel interessant. En u tussenkomsten waren, ik moet zeggen, meer enthousiast dan nu. Ik weet niet of dat te maken heeft met de vorming van een regering. Maar ik moet u zeggen dat er een groot verschil merkbaar is.

 

De Coronacrisis

 

Dank u meneer de voorzitter.

De maatregelen die in de zomer van kracht waren, waren gericht op het beheersen van de gezondheidssituatie en moesten ervoor zorgen dat iedereen in september weer naar school kon gaan.

In die zin zijn ze doeltreffend gebleken, aangezien de toename van het aantal nieuwe infecties is vertraagd, en dus alle leerlingen weer naar school zijn kunnen gaan met inachtneming van een aantal gezondheidsmaatregelen, zoals de Nationale Veiligheidsraad op 20 augustus heeft beslist.

We weten dat niets ooit verworven is. Europa wordt geconfronteerd met een opflakkering van de epidemie. Ook in België zien we nu, na een gestage daling van alle trends, dat het virus zich weer meer begint te verspreiden.

Ik wil graag dit moment gebruiken om enkele cijfers te benadrukken.

  • Het reproductiegetal van het virus voor het hele land is vandaag 1,36, terwijl midden-augustus 0,94 was. In bepaalde provincies is het zelfs dicht bij 1,5.
  • Hoewel de gegevens niet in dezelfde mate toenemen als in het voorjaar, blijft het belangrijk om de trends te analyseren.
  • En hoewel we wisten dat de hervatting van bepaalde activiteiten, het begin van het schooljaar en de terugkeer uit vakantie een heropflakkering in de hand gingen werken, zijn de trends onrustwekkend.
  • Hoewel het dus vooral jongeren zijn die getroffen zijn, stellen we vast dat het virus toeslaat bij alle, alle, leeftijdscategorieën.

Ik heb de tijd genomen om deze cijfers nogmaals te benadrukken. We horen nu al te vaak dat de situatie niet ernstig is. Het is niet erg, dat is gewoon normaal. Ja, het is waar dat er een virus is en dat we moeten leren om ermee te leven. We moeten ook niet panikeren. Maar iedereen moet goed beseffen dat dit zorgwekkend is en we moeten deze situatie ook au sérieux nemen.

We streven allemaal naar een vorm van normaliteit. In onze activiteiten, onze sociale contacten en ons leven in het algemeen. Deze honger naar vrijheid is misschien nog het sterkst aanwezig bij de jongeren. We merken dat vooral zij het beu zijn om de regels na te leven. En niet alleen de jongeren, denk ik.

Toch mogen we ons geen zand in de ogen laten strooien. Het virus is nog altijd even gevaarlijk, en het circuleert meer en meer. We zullen allemaal inspanningen moeten blijven doen.

De mentale vermoeidheid bij mensen komt ook door de veelheid aan tegenstrijdige berichten, zowel over de analyse van de huidige situatie als dusdanig als over de te nemen maatregelen. Hoewel het democratisch debat van fundamenteel belang is, zullen sommigen misschien toegeven dat dit de boodschap over het nut van het respecteren van deze of gene maatregel volledig vertroebelt.

Mentale vermoeidheid kan ook worden verklaard door de veelheid aan regels, hun complexiteit en het feit dat ze evolueren. Daarom hebben we aan Celeval gevraagd om te werken aan risicomanagement en duurzame maatregelen voor de langere termijn.

 

We moeten uiteraard niet wachten op een nieuwe Nationale Veiligheidsraad om actie te ondernemen. We kennen de basisregels. De barrièregebaren zijn onze eerste en beste bescherming. We moeten ze blijven toepassen. De beroepskringen kennen de protocollen die moeten worden uitgevoerd om de bescherming van iedereen te garanderen.

Het is inderdaad belangrijk dat iedereen zich betrokken voelt en zich blijft inzetten. De reactie op de pandemie is gebaseerd op de individuele inzet van elk individu in een collectieve inspanning.

Dit is de boodschap die ik in deze videoboodschap duidelijk tot alle Belgen wilde richten. Niet om ze te berispen. Om niet te zeggen dat zij alleen verantwoordelijk zijn in de pandemie. Maar om hen te herinneren aan de basisregels. Om te zeggen dat we ze nog lang zullen moeten toepassen. En hen eraan te herinneren, steeds opnieuw en opnieuw, om aan dezelfde kar te trekken. Laten we de bevolking telkens wanneer we er de kans toe hebben, aan herinneren dat afstand houden, regelmatig je handen wassen, thuisblijven wanneer je je niet goed voelt, de verplichte quarantaine naleven, nu deel uitmaken van ons dagelijks leven. En dat het dankzij deze eerste beschermingen is dat we hier samen door zullen komen.

De autoriteiten moeten uiteraard hun werk doen. Er moet uiteraard nog veel gebeuren. Het eerste punt is dat er volgende week een NVR plaatsvindt, zoals gepland op basis van de voorbereidende werkzaamheden van Celeval.

En dat klopt, die vindt volgende week plaats. Omdat dit werk tijd kost. We moeten de situatie serieus nemen. We mogen niet toegeven aan paniek. We moeten goed handelen met een risicobeheersingsoptie en -dynamiek. En risicocontrole is geen gefragmenteerde aanpak. Het is niet de bedoeling om onmiddellijk bijeen te komen en beslissingen te nemen die misschien niet stroken met de evolutie van de situatie op lange termijn.

En het is waar dat het niet gemakkelijk zal zijn. Want de moeilijkheid zal zijn om het juiste evenwicht te vinden tussen de volkomen normale wens, die ik deel, en om de regels te vereenvoudigen, of zelfs sommige regels te versoepelen. We zullen de test moeten doen. Welke regels blijven van toepassing, welke regels zijn nog moeite waard om na te leven en welke regels kunnen we aan de kant schuiven. Door de regels te vereenvoudigen kunnen sommige mensen immers activiteiten organiseren die vandaag de dag niet zijn toegestaan en tegelijkertijd toch rekening houden met de ernst van de situatie. Het zal niet gemakkelijk zijn om de juiste beslissingen te vinden en het zal ook niet gemakkelijk zijn om deze te communiceren. En iemand, ik denk dat u dat was, mevrouw Rohonyi, u sprak over communicatie. Communicatie is van fundamenteel belang voor de autoriteiten. Maar eerlijk gezegd denk ik dat communicatie ook fundamenteel is voor iedereen. Ieder van ons die actief is in de media, de media zelf, de sociale netwerken, telkens opnieuw. We kunnen soms gekant zijn tegen sommige maatregelen. En dat is volkomen normaal. Er moet een democratisch debat plaatsvinden. Maar we moeten altijd, absoluut, de basisregels in gedachten houden.

Want het democratisch debat mag er niet toe leiden dat we het gevaar van dit virus vergeten. Zo is er natuurlijk deze Nationale Veiligheidsraad, zijn er ook de interministeriële conferenties, die de bevoegde ministers van het gewestelijk, het gemeenschaps- en het federaal niveau samenbrengen. En daar worden de verschillende maatregelen die we willen nemen geoperationaliseerd. Hier moet worden gediscussieerd over wat er uit het veld is gekomen, en er zijn tal van interministeriële conferenties. En inderdaad, in deze interministeriële conferenties hebben we deze week gediscussieerd en ik zal mevrouw De Block de gelegenheid geven om deze specifieke vragen over testing en de eerste lijn te beantwoorden.

Maar ik kan u verzekeren dat de kwestie van de eerste lijn grondig aan bod is gekomen, omdat wij allemaal onze eigen artsen hebben. Zij bellen ons, ze vertellen ons hoe ingewikkeld de situatie is. En wellicht is er toch een manier, hoewel ze door de pandemie een veel grotere werklast zullen hebben, maar er moet een manier zijn om hun werk te verlichten, zodat ze zich kunnen concentreren op wat essentieel is, namelijk het welzijn van onze medeburgers.