Vandaag, dinsdag 25 november, heeft het Europees Parlement een nieuw tussentijds rapport aangenomen ter aanvulling van dat uit 2018, waarin het bestaan wordt vastgesteld van een duidelijk risico op een ernstige en aanhoudende schending van de Europese waarden door Hongarije. Hoewel dit rapport de inhoud van de teksten van 2018 en 2022 actualiseert, benadrukt het vooral het ongeduld van de Europarlementsleden tegenover het gebrek aan actie van de andere instellingen met betrekking tot de situatie in Hongarije, die steeds verder verslechtert. Het Parlement vraagt nu dat de tweede alinea van artikel 7 van het Verdrag – die over sancties – wordt geactiveerd.

Sophie Wilmès, schaduwrapporteur: “We hebben veel geduld en goede wil getoond. Alle mogelijkheden zijn geboden aan de Hongaarse regering om de situatie recht te zetten, maar zij heeft ervoor gekozen niet te handelen. De hoorzittingen in de Raad over Hongarije zijn niet meer te tellen. We hebben onze bezorgdheid geuit via een reeks resoluties, druk uitgeoefend via de conditionaliteit of het herstelplan (RRF), maar nu moeten we een volgende stap zetten: officieel vaststellen dat er sprake is van een ernstige en aanhoudende schending van de waarden van de Unie en de voorziene sancties inzetten, die kunnen gaan tot de schorsing van het stemrecht. Als wij oproepen tot zo’n radicale beslissing, is dat omdat – terwijl wij talmen – de Hongaarse burgers de volledige gevolgen ondervinden van de systematische schendingen van hun fundamentele rechten.”

Ter herinnering: in september 2018 heeft het Parlement voor het eerst verzocht dat de Raad lid 1 van artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) activeert. Dit artikel, soms omschreven als de “nucleaire optie”, bestaat uit twee onderdelen – een preventief en een repressief – die moeten helpen bij het aanpakken van ernstige en aanhoudende schendingen van de beginselen waarop de Unie is gegrondvest. Deze waarden staan vermeld in artikel 2, waaronder vrijheid, democratie en de rechtsstaat.

Sinds dat eerste verzoek heeft de Raad zich beperkt tot het organiseren van hoorzittingen binnen de Raad Algemene Zaken (RAZ). Deze dialoog, hoe wenselijk ook, heeft duidelijk geen enkele verandering teweeggebracht in Hongarije, waar de situatie juist blijft verslechteren. De recente missie van de commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE), waarbij ook Sophie Wilmès betrokken is, kon in april 2025 geen enkele vooruitgang vaststellen in de twaalf domeinen die het oorspronkelijke verzoek van het Parlement motiveerden (zoals de onafhankelijkheid van justitie, corruptie, vrijheid van meningsuiting en vereniging, academische vrijheid of gelijke behandeling, waaronder de rechten van LGBTQI+-personen).

Dit rapport wordt ook gekenmerkt door de opname van het project voor een Europees Semester voor de Rechtsstaat, dat officieel door Sophie Wilmès wordt gedragen en hiermee de officiële positie van het Parlement wordt. Dit Europees Semester moet ervoor zorgen dat artikel 7 geen geïsoleerd instrument meer is, maar wordt geïntegreerd in een coherent geheel van alle beschikbare rechtsstaatinstrumenten. Het op 15 oktober gepresenteerde Semester omvat een volledige jaarlijkse cyclus met verschillende sleutelmomenten: van de publicatie van het verslag van de Commissie tot verschillende evaluatiemomenten gedurende het jaar, waarbij de uitvoering van de aanbevelingen strikt zou worden beoordeeld en specifieke instrumenten kunnen worden geactiveerd. In dit proces speelt het Europees Parlement een sleutelrol.

Daarnaast is ook het door Sophie Wilmès ingediende amendement aangenomen dat misbruik van artificiële intelligentie voor politieke desinformatie tegengaat, zeker in verkiezingscontext. Wat gebeurde met de vervalste beelden (deepfakes) gericht tegen Péter Magyar, de belangrijkste opposant van president Orbán acht maanden voor de verkiezingen, is niet anekdotisch. Sophie Wilmès herinnert eraan dat vrije verkiezingen niet beperkt zijn tot het stemrecht: burgers hebben ook recht op correcte en betrouwbare informatie, een noodzakelijke voorwaarde om een vrije en geïnformeerde keuze te kunnen maken in het stemhokje.